Wednesday, November 9, 2011

Zes cent voor de armen

Zes cent voor de armen

Dat intense betrokkenheid van christenen op de armoede en het onrecht in de wereld geen luxe is, bewijzen de statistieken. Zo is het gemiddelde inkomen in Nederland 32.500 euro per jaar, oftewel 89 euro per dag. De onthutsende werkelijkheid in de wereld van vandaag is dat 40 procent van de wereldbevolking (2,6 miljard mensen) van minder dan 1,50 euro per dag moet rondkomen, 15 procent van de wereldbevolking (1 miljard mensen) met minder dan 0,75 euro per dag. De gelukkigen die 89 euro per dag verdienen, tellen slechts 0,3 miljard mensen, oftewel 4,5 procent van de wereldbevolking.

Jij bent rijk, wij zijn rijk en de kerk in het Westen is rijk, poneert de Amerikaanse auteur van ”Het gat in ons evangelie”, Richard Stearns. Als je dit jaar 17.000 euro verdient, ben je rijker dan 90 procent van de wereldbevolking. Verdien je 35.000 euro per jaar, dan ben je zelfs rijker dan 99 procent van die bevolking.

Zijn al die schatrijke christenen gul in het geven? Nee, zegt Stearns. In zijn land is het geven van tienden sowieso nauwelijks gangbaar, maar dan nóg blijken christenen (hij noemt hen „de rijkste christenen in de geschiedenis”) slechts 2 procent aan de kerk te geven, en daarvan gaat dan vervolgens 2 procent naar noden in de wereld. Per saldo komt dat neer op 6 cent per dag per persoon.

Sunday, November 6, 2011

Tuesday, November 1, 2011

Welkom in Budapest

Van 17-22 oktober 2011 verbleven we in Boedapest. We, dat zijn zes (van de zeven) predikanten die elkaar al langer kennen, vooral van een preekvoorbereidingsgroep. Al meer dan 25 jaar komt onze groep bijeen, in enigszins wisselende samenstelling, om de Schriften te lezen en ons te beraden op hermeneutische en homiletische vragen.

De vriendschapsband die in de loop van de jaren ontstaan is, maakte het mogelijk om een dergelijke reis te organiseren. Een aantal van ons hadden contact met het Central and Eastern European Institute for Mission Studies van Prof. Anne-Marie Kool, een instituut dat gelieerd is aan de Károly Gáspár Universiteit. Anne-Marie was enthousiast en plande een korte conferentie met een aantal lezingen van beide kanten. De sfeer was hartelijk en we merkten dat ons bezoek van Hongaarse zijde op prijs werd gesteld.

Twee punten stonden centraal: hoe reageren wij op de uitdaging van de Evangelische beweging? En: Hoe ligt de verhouding tussen Kerk en Israël? Wat de evangelische inbreng betreft, liepen de Hongaarse en Nederlandse ervaringen niet zo ver uiteen. In beide kerken worstelen we met traditionalisme en vernieuwing, waarbij het de vraag is in hoeverre de evangelischen ons kunnen helpen de grote traditie van de Kerk verder te dragen.

Ten aanzien van Kerk en Israël merkten we dat de bezinning daarover in Nederland al meer dan een halve eeuw geleden is ingezet en dat inzichten die gemeengoed zijn (of waren?) daar iets van een ontdekking hebben. Bijvoorbeeld als het gaat om Gods bijzondere relatie met Israël ook na Pinksteren.

Veelzeggend was voor ons de opmerking van de Hongaarse theoloog István Tatai dat wij volksgewijs zijn geënt op de stam Israël, dus de Hongaren als aparte tak. Eerlijk gezegd, wij voelden als Nederlanders daarbij minder de behoefte om een eigen tak te claimen.

In de besprekingen kwam ook regelmatig de nationalistische en xenofobe koers van de huidige Hongaarse regering naar voren. In een gesprek met een aantal mensen van het synodebestuur bleek dat er in de kerk wel oog voor is, maar dat de financiële afhankelijkheid van de kerk een kritische houding soms ook moeilijk maakt.

Twee ervaringen zijn veelzeggend. Ik had in de wandelgangen een gesprekje met twee theologische studenten. “Right wing oriented” zeiden ze zelf. Op mijn vraag of het evangelie van Jezus Christus niet kritisch is naar alle ideologieën toe, antwoordden ze dat “rechts” toch wel dichter bij het evangelie zit dan “links”. De andere ervaring. Overal in Boedapest kom je het communistische verleden tegen. De gruwelen ervan worden breed uitgemeten. Ik denk terecht. Wat opvalt is dat slechts weinig herinnert aan het minder fraaie verleden van Hongarije,  bijvoorbeeld rond de Tweede Wereldoorlog.

Onder de indruk waren we van het werk van de predikanten Eszter Dani and Zoltán Sóskúti. In een achterstandswijk in Boedapest proberen ze laagdrempelig kerk te zijn met bemoedigende resultaten. Ook wat Ds. Dani vertelde over haar eerdere werk onder zigeuners in Oekraïne was ontwapenend.

Nog iets meer over het instituut waar Anne-Marie Kool aan verbonden is. Onze indruk was dat daar iets goeds gebeurt. Mensen uit verschillende kerken worden bij elkaar gebracht: Hongaren en buitenlanders, protestanten, rooms-katholieken en orthodoxen. Zo’n plek is in Midden- en Oost-Europa waardevol. We begrepen dat het de bedoeling is om het instituut in de toekomst nog steviger te verbinden met de Károly Gáspár Universiteit. Moge het tot zegen zijn.

Sam Janse, Ameide

Saturday, October 15, 2011

Een week Boedapest

Een week Boedapest
Wil je gastcollege komen geven over kerk en kerkelijk leven in Nederland?
Hetging om een blok in het masterprogramma van studenten Neerlandistiek aan deKaroli-Universiteit te Boedapest. Het verzoek bereikte me via Prof. dr. A.M. Kool, missioloog aldaar.Het werd een heel avontuur. Wat was de plek van een dergelijk onderwerp in hetcurriculum? Waarom zouden Neerlandici daar iets van moeten weten? Het lagvoor de hand een antwoord te zoeken in de Nederlandse literatuur. Veel daarvanveronderstelt kennis van kerk en kerkelijk leven.Er bleek nog een andere reden mee te spelen. Het ging om onderwijs aan de Károli Gáspár Református Egyetem, de universiteit van de Hongaarse Protestantse Kerk. De colleges moesten ook recht doen aan die identiteit. Dat maakte het lastig: hoe moest je het aanpakken, meer (kerk)historisch of toch theologisch? Ik heb die vraag meteen maar op tafel gelegd en onderweg steeds aangegeven vanuit welke discipline de stof aan de orde werd gesteld.Het is op zich al een interessant gegeven, zo’n Gereformeerde universiteit. Wat iser de status van? Gaat het om een soort VU? Of juist helemaal niet? Dat was een heel aardig aanknopingspunt voor een stuk 19 de eeuwse kerkgeschiedenis over de scheiding van kerk en staat, Hoedemaker en Kuyper, schoolstrijd en verzuiling. Actueel, ook voor de Hongaarse Gereformeerde Kerk en haar plek inde samenleving bleek de tegenstelling tussen beide theologen: Hoedemaker ende volkskerk, zijn kijk op de natie als organisme zoals de Romantiek dat zag, endaar tegenover Kuyper die dacht in termen van een Verlicht liberalisme en pleittevoor een vrije, belijdende kerk waarvan de leden zich maatschappelijkorganiseerden. Er bleek meer affiniteit met de eerste.De universiteit ligt aan het Calvijnplein in het centrum van Pest, met daaraaneen serie kroegen waarvan er een naar de grote reformator is vernoemd. Calvijnen meer in het bijzonder het calvinisme hebben een belangrijke rol gespeeld inde strijd van de Hongaren tegen de Habsburgers. Ook dat leverde een aardigeparallel met onze vaderlandse geschiedenis. In beide gevallen bleek dat er steungezocht werd bij de Turkse sultan Suleiman en zijn moslimlegers (wat deNederlanden betreft door Willem van Oranje via een Joodse relatie). Het kaninderdaad verkeren.Arminius van Hollandse komaf, en Gomarus van Vlaamse huize kwamen voorbijen met de laatste de grote stroom vluchtelingen van calvinistische overtuiging uithet zuiden. Zij versterkten de burgerij in de steden met kennis, geld enondernemingszin. De positie van beide theologen bleek onlosmakelijk verwevenmet de strijd om de macht tussen Maurits en de burgers aan de ene kant, en VanOldenbarnevelt en de regenten aan de andere. De Synode van Dordt,1618/1619, bevestigd meer dan de overwinning van de Gereformeerde religie.Een interessant agendapunt op die synode, ingebracht door koning Jacoubus Ivan Engeland, was of dat kon, een bisschop in een kerk van gereformeerdesignatuur. De Hongaarse Gereformeerde Kerk kent als enige van die signatuur het episcopaat. Waarom zou die koning geïnteresseerd zijn in zo’n hiërarchisch gestructureerde kerk? Wilde hij de kerk als tegenhanger van de staat? Zoals je inde Republiek een presbyteraal georganiseerde kerk had. Zou dat een reden zijnwaarom de Hongaarse Gereformeerde Kerk een bisschop heeft? Wat verderrondkijken in het Europa van na de Reformatie leverde meer parallellen.

Het laatste deel van de colleges werd gewijd aan een derde ingrijpendeverandering in maatschappijstructuur: het ontstaan van de open samenleving nade Tweede Wereldoorlog en het proces van ontzuiling. Naast de analyses en decijfers van de godsdienstsociologen kwam ook de theologische bezinning op depositie van de kerk ter sprake, de kerkorde (Christus-belijdende volkskerk), depublicaties van de synode, de apostolaatstheologie, soms haast wanhopige pogingen om haar bestaan als volkskerk te rechtvaardigen. Aan de hand van VanRuler en Kraemer probeerden we de theologische discussie in grote lijnen tevolgen. De fusies in kerk en politiek, CDA en PKN, demonsteerden eerderverlegenheid dan visie. Uit de weerklank die Wilders beroep op de nationale(joods-christelijke) identiteit vondt, bleek dat de open samenleving voor veelmensen een angstig avontuur is. De studenten voelden precies aan om welkeproblematiek het ging.Ter afronding van het blok moesten zij een paper over schrijven over een aspect ervan. Eén van hen had al een scriptie gemaakt over Karel en de Elegast. Zij wilde over diezelfde Karel nu schrijven als keizer van het Heilige Roomse Rijk, zodoor paus Leo III gekroond in 800. Die wilde daarmee de claim vanConstantinopel als erfgenaam van Rome en het Romeinse Rijk betwisten: Europaals Corpus Christianum met zijn Codex die inquisitie en kruistochtenrechtvaardigde. Is de islamitische ummah met zijn sharia geen parallel? was devraag.Europa is opnieuw één aan het worden. Zijn Hongarije en Holland eigenlijk geenprovincies van de EU? Wat draagt die eenheid nu? Hoe zien de kerken hun roldaarin? Kerken, meervoud, want blijven denken in termen van een nationale,gevestigde kerk is jezelf buiten spel zetten, je missie niet verstaan.Een andere student koos voor de contacten tussen Oost en West, voor en na deval van de Muur. Hebe Kohlbrugge inspireert haar. Wat waren de motieven omde gemeenten onder communistisch regiem te bezoeken? Kwam je namens dekerk of speelde er ook een politiek protest mee? Of zijn beide verweven? Hoedan ook, hoe verdiepen wij die (vooral diakonale) contacten tot een geestelijkebeweging in Europa? Moeten we in onze open samenleving niet leren kerk enstaat strikt te scheiden en het zoeken in de richting van een civil religion? Het helderst en het hardst kwam de ontzuiling en de daarmee gepaard gaande identiteitsproblematiek aan het licht toen het ging over jeugd en jeugdcultuur. Alis het een heel ander verhaal, de val van de Muur schiep eenzelfde vacuüm en zo ook herkenning en verbondenheid die je deed beseffen deel te zijn van eenzelfdecultureel klimaat. Het bleek een populair onderwerp om je verder in te
verdiepen: stoeien met een grote variëteit aan stijlen (muziek, kleding enz.) op zoek naar jezelf. Het kerkelijk instituut bleek jongeren niets te zeggen. Zij zijn deel van hun eigen netwerk.Mijn vrouw en ik werden door prof. Kool uitgenodigd voor een ontmoeting metmensen uitgezonden door de Christian Reformed Church in Amerika in allerleilanden van Oost-Europa. Zij waren in Boedapest bijeen geroepen voor evaluatie,bezinning en toerusting. Die avond ging het om de evaluatie. Een deskundigecoach leidde het gesprek. Daarbij kwam ook de relatie tot de respectievelijke gevestigde kerken ter sprake. Het viel op hoezeer die aspect zijn van de nationale identiteit. Dat geldt met name voor de Orthodoxe Kerken. Maar juist indie hoogliturgische kerken wordt het besef wakker dat de deur open moet, dat het contact met andere kerken gezocht moet worden, dat je je positie alsgevestigde kerk daarom moet willen relativeren en dat je samen teruggeworpen wordt op de vraag wat je missie als kerk(en) van Christus in een opensamenleving is. Het werd een verrijkend verblijf. Met veel respect denken wij aan de faculteitdaar en aan het werk van Prof. Kool die in haar wetenschappelijk werk en op hetgrondvlak met huid en haar betrokken is bij kerk en kerkelijk leven in eencontext van ingrijpende politieke en maatschappelijke verandering. AJ.

Friday, October 7, 2011

Evaluations course Dutch Churches and Church life -- Drs. A. Juffer


1.            Church History did not belong to my favorite subjects but I had a nice surprise this week. Despite the fact that Dutch was only my minor before I have started the major, I could understand most of the curriculum as the professor did his best to explain everything in the simplest and clearest way. The curriculum at the beginning of the week was harder because there were more historical data but the topics we dealt with on Wednesday and Friday were interesting and thought provoking (the situation of the Jews in Holland, the results of researches on the immigrants and people’s attitude towards Church, faith, religion and God in Holland today). It pleased me that the professor was interested in our personal point of view, and he did his best to communicate the subject in an interesting and clear way instead of concentrating only on pure facts. It was good to hear about his personal experience and to learn of the Church from this perspective. The summaries at the end of the lectures were very useful and therefore when I reread it at home I could easily take in the information and remember them.
What I regretted was that the course was very intensive and there was a lot of information during the week. It would be nice to have every lecture held by a Dutch professor so that we could improve our language skill much more and we would have to practice speaking the Dutch language.

2. Flóra Remzső
The course gave me a lot of new information; on the whole I can only put down positive remarks. The curriculum was detailed but perspicuous. Important events were highlighted giving a guideline we can build on.
Breaks and timing of lectures were smooth and well-organized.
All in all, I have learnt a lot of new things since I used to study Dutch as a minor and I did not have much knowledge yet. This course will also back up my knowledge about Dutch history.

3. Anna Szijártó
The lecture was very interesting. A detailed picture of the connection of Church and politics in Holland was shown to us, which I will definitely be able to utilize in my further studies. We thank you for the high standard and useful lectures.

4. Piroska Wostály
De lessen waren over het geneel genoenicu erg interessant. Ik heb tot nu toe nog nooit over religie gestudeerd en zo heb ik ook iets nieuws over Wederland genoord. Wat ik nog interessant en goed vond is dat de clocent ook onze meking wilde horen tijdens de les.
Misckien wat ein beetje negatief was dat er te veel details waren binneu een week die men niet kan ontnouden, maar positief is dat ze weren nict guraagd tijclens de examen.

5. Ágnes Kelemen
Hearing only the title of this lecture made me a bit worried but during this week, I believe, I have gained useful knowledge.
Although there were some less interesting moments (lots of names were presented), we touched many interesting topics, especially Alber Juffer’s personal experience and stories. This way we could slow down and think about such things that can be abstracted from the profane world. I liked that he could look at different conceptions within the Church from a critical point of view.
It was not always obvious what the requirements would be at the end and how deep we would need to go into details at the exam. The content and the muchness made me a bit worried and I was not sure what extent of lexical knowledge he would expect from us the last day.
Now at the end of our discussion I think that the exam was fair enough.

6.            During the lectures we have gained a lot of interesting information on the spiritual life in Holland. Mr. Juffer held his lectures in a very clear and patient manner therefore it was easy to pay attention. Unfortunately, because of the short of time the whole subject had to be elaborated in one week. Sometimes it was not easy to take in so much information a day. On the whole, I have a positive opinion about the course especially because of Mr. Juffer’s manner of lecturing.

Wednesday, October 5, 2011

NL-H lelkésztalálkozó és párbeszéd

2011. október 18 kedd a KMTI szervez NL-H lelkésztalálkozó és párbeszéd konferenciát.
 
Helyzin: KMTI, Budapest, Kálvin tér 7.II.
 
9.00-9.30 Regisztráció, Kávé
9.30 Köszöntés: Prof. Dr. Balla Peter, KRE Rektora

9.30 – 11.00 I. Téma: Az evangéliumi mozgalom a holland és magyarországi református egyházban

9.30 – 9.50 Rev. Evert Westrik és Rev. Wijnand Sonnenberg előadása
9.50 – 10.10 Nt Balogh Tamás, Gödöllői ref. lelkész előadása
10.10 – 11.00 Megbeszélés
11.00 – 11.30 Kávé szünet

11.30 – 13.00 II. Téma: A szétválaszthatatlan kapsolata az egyház és Izrael között (The unrelinquishable relationship between church and Israel)

11.30 - 11.50 Nt. Dr. Tatai István, Hatvani Ref. lelkész előadása
11.50 – 12.10 Rev. Dr. Sam Janse előadása
12.10 – 13.00 Megbeszélés
13.00 Zárás

Jelentkezés a cims@kre.hu-n. A tolmácsolásra való igényt kérjük időben jelezni. Jelentkezési határidő 2011. október 15.
 
További információ: Ruzsa-Nagy Zoltán, tel. 06 30 7196127.

Friday, September 30, 2011

Third Good News for the City Consultation Budapest

On 19th and 20th of September the Third Good News for the City Consultation was held in Budapest. More and more people realize that Europe is a tough and hard mission field. This is in particular true for urban settings. Pastors in urban ministries are often overworked and lonely. This consultation offered a platform for vision casting for church planting and church renewal in the context of Central and Eastern Europe as well as for honest sharing to work towards cooperation and for sharing the load and to come to personal renewal for those involved in urban ministry. Around hundred church planters and urban pastors from Hungary and neighbouring countries as well as urban ministries specialists from all over the world attended the consultation, which was co-sponsored by Bakke Graduate University in Seattle and the Central and Eastern European Institute for Mission Studies of the Károli Gáspár University of the Reformed Church in Hungary, the Danubian and Transdanubian Reformed Church District, the Baptist Church in Hungary, and the Churchplanting network of the Evangelical Alliance. Especially honest and personal sharing of Challenges and Opportunities in Church planting and Church renewal by Rev. Eszter Dani, Pastor of Rákoskeresztúr Reformed Church, Budapest, Rev. David Illés, Pastor of Szilágyi Dezső téri Reformed Church, Budapest and Rev. András Harmathy – Pastor of Szigetszentmiklós Ref. Church struck a cord with many participants. Probably one of the greatest achievement of the consultation was to create an athmosphere where participants could share their joys, questions, struggles, and difficulties with each other and with urban scholars and reflective practitioners belonging to the Board of Regents of BGU. One cannot exaggerate the importance of such koinonia for those who work in urban mission and church planting. For the pastors working in urban ministry in Central and Eastern Europe, it is very important establish international connections, and to get feedback from those who have experiences in urban mission in another country and context or had been involved in such ministry for a longer period. The consultation draw attention to urban ministry and church planting, as a very important issue for the present Spiritual life and for the future of the Church. One of the presenters concluded his presentation: “Looking at the Hungarian churches, establishing new congregations is not an option but crucial issue.”

Thursday, September 15, 2011

Friday, August 5, 2011

BGU-CIMS Urban Church Planters and Church Renewal Consultation -- Good News for the City III

BGU Urban Church Planters and Church Renewal Consultation Sept 2011 Mod Amk 2011-8-5 Update

Thursday, August 4, 2011

Akadályok és lehetőségek a nagyvárosi gyülekezetek plántálásában és megújításában -- „Örömhír a nagyvárosnak – III.” Konzultáció

BGU_Nagyvárosi_program_2011_8_04_w2003

John Stott overleden

John Stott (1921-2011) bracht eenheid

LONDEN - Een van de boegbeelden van de evangelicale beweging in de twintigste eeuw, de Britse theoloog John Stott, is woensdag op 90-jarige leeftijd overleden.

Hij was een hervormende evangelical die zich zijn leven lang inzette voor eenheid onder christenen.

John Robert Walmsley Stott was in aardig wat opzichten de stereotype Engelsman: scherpzinnig, geordend en evenwichtig, gevoel voor humor, punctueel en een beetje introvert en gereserveerd. En een tikkeltje wereldvreemd, zo bleek af en toe. In 1956 vierde Stott Kerst in het gezin van Billy Graham, de Amerikaanse evangelist die een goede vriend was van de Britse theoloog. In zijn sok met cadeautjes trof hij een pakje aan met een onbekend opschrift, zo beschreef Agnes Amelink de anekdote in Trouw eind jaren negentig. ‘Het begon veelbelovend met ‘deo’ en het vervolg deed denken aan een geschenk. Het godsgeschenk was een busje deodorant.’

traditioneel

John Stott zal niet in de eerste plaats worden herinnerd door zijn theologische opvattingen, want die waren grotendeels traditioneel. Stott maakte wel faam als (Bijbelgetrouwe) leraar en bruggenbouwer. Zowel binnen de evangelische wereld als daarbuiten zocht hij naar eenheid. Het Amerikaanse tijdschrift Time rekende hem zoveel invloed toe dat het in 2005 Stott in de top-100 invloedrijkste mensen ter wereld plaatste.

13 februari 1938. Op die zondag kwam John Stott als 16-jarige jongen tot geloof, zo zei hij zelf. Hij werd meegenomen naar een toespraak van de evangelist Eric Nash, die sprak over de vraag van Pilatus: ‘Wat moet ik dan doen met Jezus die de Christus wordt genoemd?’. Jaren later zei Stott er zelf over: ‘Voor het eerst hoorde ik dat ik iets moest doen met Jezus. Dat was nieuw voor me. Ik had tot dan toe altijd gedacht: Jezus heeft gedaan wat hij moest doen, en ik hoef me daar alleen maar bij neer te leggen. Nu kreeg ik te horen dat je hem of laf kon verwerpen, als Pilatus, óf hem persoonlijk kon aannemen en volgen.’

Diezelfde avond besloot John bij wijze van experiment ‘zijn hart te openen voor Jezus’. ‘Ik zag geen lichtflitsen, hoorde geen donderslagen, voelde geen elektrische schokken door mijn lijf. Eerlijk gezegd voelde ik helemaal niets. Ik kroop gewoon in bed en viel in slaap.’

geen spektakel

Het verhaal zegt veel over Stott. Het is aan de ene kant een klassiek evangelisch bekeringsverhaal: Stott wist zich jaren later het precieze tijdstip nog nauwkeurig te herinneren. Wel evangelisch dus, maar geen spektakel. Hij was wars van geloven puur op emotie, zonder verstand. Hij zag het menselijk verstand als geschenk van God. Waarschijnlijk speelde zijn opvoeding hierin een grote rol. Zijn vader was medicus en wetenschapper, en bewust agnost. De bekering van zijn zoon betekende een breuk tussen de twee.

Stott maakte als student in Cambridge indruk met zijn studieresultaten. Eerst als letterenstudent, daarna in de theologie. Met 29 jaar werd hij al rector van de parochie van All Souls, een anglicaanse kerk in Londen, die hij zijn hele leven trouw bleef. De kerk diende als uitvalsbasis voor veel internationale contacten. In de jaren die volgden verwierf Stott bekendheid met de talloze boeken die hij schreef en de toespraken die hij over de hele wereld hield. Daarin etaleerde hij niet zozeer nieuwe theologische opvattingen, maar verwoordde hij op een frisse en verhelderende manier wat fundamenteel is in het christelijk geloof, zodat lezers van zijn boeken en luisteraars van zijn toespraken vaak dachten: ‘Dit klopt! Zo heb ik het nog nooit bekeken’.

magnum opus

Zijn boek Het kruis van Christus zag hij als zijn magnum opus. Daarin stond Galaten 6:14, zijn favoriete Bijbeltekst, centraal: ‘Maar ik – ik wil me op niets anders laten voorstaan dan het kruis van Jezus Christus, onze Heer, waardoor de wereld voor mij is gekruisigd en ik voor de wereld’.

De Britse theoloog kon nauwkeurig formuleren en was vaak verrassend genuanceerd. Over de vraag of wonderen nog steeds gebeuren, zei hij bijvoorbeeld eens: ‘We verwerpen zowel de scepsis die wonderen ontkent als de vooringenomenheid die ze eist’. Halverwege de jaren negentig liet hij zich kritisch uit over de zogenaamde ‘Toronto’-zegen, een fenomeen waarbij mensen heftige emotionele uitingen ondergaan: het lachen of huilen, op de grond vallen of het uitstoten van dierengeluiden, worden door voorstanders beschouwd als uitingen van de Geest. Stott zei erover: ‘In de hele Bijbel wordt duidelijk dat mensen zich van dieren onderscheiden. De Bijbel stelt ons onder kritiek, als we ons als dieren gaan gedragen, en roept op tot een heldere afbakening.’

verbinding

Waar John Stott de meeste lof mee oogstte, was zijn vermogen tot het verbinden van mensen. Hij was een diplomaat op zoek naar eenheid onder christenen. Hij waarschuwde ooit tegen ‘de pathologische neiging tot versnippering’ onder evangelischen, waardoor men zich afscheidt ‘van iedereen die niet op dezelfde manier zijn veters strikt als wij’. Wat Stott betreft kunnen christenen over heel veel zaken van mening verschillen, als er maar eenheid is in het belijden van Vader, Zoon en Geest. ‘In waarheid eenheid, in twijfelgevallen vrijheid, in alle gevallen liefde’, was een van zijn uitspraken.

Zijn inzet voor eenheid kwam het beste naar voren in de jaren zestig en zeventig. Samen met zijn vriend Billy Graham had hij een grote rol in oecumenische discussies. In die periode naderde de polarisatie tussen ecumenicals en evangelicals het kookpunt. Evangelischen werd verweten eenzijdig gericht te zijn op het eeuwige zielenheil van mensen. Ze zouden te weinig oog hebben voor maatschappelijke actie.

In deze polemiek speelde John Stott een sleutelrol. Hij stond met Graham aan de wieg van de eerste Lausanneconferentie in 1974, waar 2500 christelijke leiders spraken over evangelisatie. Daar moest hij die beide groepen bij elkaar zien te brengen. Stott mocht de openingstoespraak van de conferentie houden over evangelisatie. ‘In de Bijbel staan twee instructies’, zei Stott. ‘“Heb je naaste lief” en “gaat heen en maak discipelen”. Sommigen onder ons doen alsof deze twee dingen hetzelfde zijn, zodat als we het evangelie hebben gedeeld met iemand, daarmee onze verantwoordelijkheid om van diegene te houden stopt. Maar dat is niet zo. Als we werkelijk van onze naaste houden, zullen we hem zonder twijfel het goede nieuws van Jezus vertellen. Maar ook: als we werkelijk van onze naaste houden, dan zullen we daar niet stoppen.’

breuk

In de jaren zestig was eenheid ook een kwestie in zijn eigen anglicaanse kerkgenootschap. Dr. Martin Lloyd-Jones riep in 1966 tijdens een nationale vergadering van evangelischen zijn geestverwanten op zich af te scheiden van de Anglicaanse Kerk. Stott was voorzitter van de vergadering en liet direct weten het niet met Lloyd-Jones eens te zijn. Het gevolg was dat een aantal evangelischen inderdaad de Anglicaanse Kerk verliet. Waarschijnlijk was het aantal veel groter geweest als Stott zich niet daartegen had uitgesproken.

De breuk greep hem aan, zei hij later. ‘Toch ben ik er nog altijd van overtuigd dat we onze boodschap binnen de kerk moeten uitdragen.’ Hij zou er naar eigen zeggen pas uitstappen als bepaalde duidelijke grenzen worden overschreden. Als zijn kerk zou besluiten homoseksuele relaties goed te keuren bijvoorbeeld. ‘Ik zou, denk ik, nog een paar jaar blijven om te waarschuwen, maar dan met pijn in mijn hart uit de kerk stappen.’

evangelicale paus

De joodse columnist van de New York Times, David Brooks, noemde John Stott in 2004 ‘de evangelicale paus’. Stott is volgens hem de beste, breedst geaccepteerde en meest aimabele voorman van het wereldwijde evangelicalisme. Brooks hekelde het feit dat ‘gladde tv-dominees’ als woordvoerders van het evangelicalisme worden gezien, en mensen als Stott genegeerd worden. De Britse theoloog heeft volgens Brooks enorm veel invloed gehad op talloze predikers. ‘Door de jaren heen heb ik honderden evangelicalen gesproken die precies klonken als Stott. Hoe dat klinkt? Hij heeft een vriendelijk, hoffelijk en natuurlijk stemgeluid. Hij is nederig en zelfkritisch, maar ook vol van vertrouwen, levenslustig en optimistisch.’

John Stott verbleef sinds een aantal jaren in een bejaardentehuis voor anglicaanse geestelijken in Zuid-Engeland. Daar overleed hij woensdag 27 juli 2011.

  • geplaatst:
  • 28-07-2011 - 12.46

Thursday, June 30, 2011

Noteworthy CIMS Events

As CIMS is concerned about the theory and the praxis of mission I would like to make reference to a number of noteworthy events which deserve attention in this chronicle. First of all the conference for the European partners of the Reformed Mission League in the Protestant Church in the Netherlands (PKN), a mission agency which celebrated its centenary last year, hosted by CIMS in Budapest. This is not only a noteworthy event because a mission agency is serious about consulting partners concerning their strategic plan for the next five years. That in itself is also significant. The other reason is that Akil, one of the Albanian partners, shared that many churches have been established since 1991, and in fact they have no church history. Soon the connection was made with Hungarian mission history, that in the late 1930ies a Hungarian Reformed pastor Lajos Parragh served as a missionary in Albania. We showed him the Albanian songbook he had donated to the CIMS library. Now Akil has registered for the CIMS MTh in Missiology program. Mission is about connecting and learning!

A second significant development is the building of bridges between “East” and “South”. For many years links between “East” and “West” have been frequent, as have been the connections between “West” and “South”. A delegation of St. Andrews Presbyterian Church in Nairobi, Kenya paid a visit to the Reformed Church in Hungary with the purpose of re-connecting, since in 1974 another Hungarian Reformed pastor, Dr. János Pásztor served as a missionary in Kenya, teaching at St. Paul’s Seminary in Limuru, Kenya. The delegation was greatly impressed by the work of the Reformed Rehabilitation centre for drug and alcohol addicts, but also greatly disturbed someone making the remark: Hungarians never marry Roma. It seems that a hidden cast system is existing in Hungarian society. They also visited CIMS, and were surprised discovering that the local congregation as the main agent in mission, and that Mission is nature of church, not additional part, like „church with a mission program”. Apollo came up to me after the presentation: I would like to learn more about that perspective! Now he joint the CIMS MATHEM program.

A third remarkable event was the Dutch-Hungarian partner congregation’s conference in early May in CIMS, the fruit of a series of thematic days on “New developments in twinning links with churches in Central and Eastern Europe”. Almost 20 members of a Reformed congregation in my village of birth, Oud-Alblas, and 20 members of their partner congregation in Sigisoara (Segesvár), Romania, met for a three days program in Budapest, with site visits to new church plants and urban social projects, sharing about the challenges each church faces, and lively interaction and discussions (with simultaneous translation assistance from Dutch language students) how they could help each other to “Together Witness of Christ today”. Many Reformed congregations in the Netherlands have maintained twinning links with churches in former Eastern Europe, especially in Hungary and Romania, for two or even three decades, in which a paradigm shift is taking place from a rather one directional, humanitarian aid focused relationship, from the “haves” to the “have-nots” into a bi-directional relationship, how to encourage each other to be missional church today. CIMS provides training and consultancy in these processes, and students research its history and current developments.

Monday, June 20, 2011

"Wie is later jouw buschauffeur?"

Vrijdag 17 juni 2011 | Peter Jorna

In de zes maanden dat Hongarije voorzitter van de EU is, was het Roma issue ‘Top Prioriteit’. Ook een aantal ambassades ging serieus aan de slag met het onderwerp. In Nederland organiseerde de Hongaarse ambassade samen met Clingendael op 14 juni een conferentie over de integratie en ontwikkeling van Roma in Europa. Centraal thema: 'Hoe zorg je ervoor dat Roma betrokken zijn en zich betrokken voelen bij de samenleving?'

Lees verder: http://www.wereldjournalisten.nl/artikel/2011/06/17/wie_is_later_jouw_buschauffeur_roma_vraagtekens_b/

Tuesday, May 31, 2011

Conferentie in Boedapest en een bezoek aan Sighisoara

De dag is nog maar enkele uren oud en het is al een drukte van belang op de parkeerplaatsvoor Berea. Het is 4 mei en vandaag vertrekken er zeventien Oud-Alblassers richting Boedapest om daardeel te nemen aan de gemeentecontacten conferentie ‘Samen getuigen van Jezus Christus in deze tijd’. Dominee van Weelden opent de reis met het lezen van Psalm 121. Daarna vertrekken we richting het vliegveld in Eindhoven. Het is nog maar half elf als we na een voorspoedige vlucht voet zetten op Hongaarse bodem. Met een aantal taxi’s worden we naar ons onderkomen voor de komende drie nachten vervoerd. Op de zevende verdieping van een studentenflat bevindt zich het Professor Gasthaus. Bijna de hele verdieping is afgehuurd voor de conferentiegangers uit Nederlanden Roemenië. Als iedereen geïnstalleerd is gaan we op pad om wat meer van Boedapest te ontdekken. Onder begeleiding van twee Hongaarse studenten die Nederlands studeren bezichtigen we met de ‘hop on hop off-bus’ verschillende bezienswaardigheden zoals het Buda kasteel en de Mattyas-kathedraal. En we genieten van een prachtig uitzicht op de Donau en het imposante Parlementsgebouw. Aan het eind van de middag gaan we met de taxi naar het huis van Anne-Marie Kool waar we zeer warm onthaald worden met een heerlijke maaltijd. Rond 8 uur houden we hier twee minuten stilte in verband met de dodenherdenking waarna we met elkaar het Wilhelmus zingen. Een bijzondere ervaring zo ver van huis. We gaan weer terug naar het hotelwaar de Roemeniëgangers ondertussen ook gearriveerdzijn en het duurt niet lang of iedereen maakt zich klaar voor de eerste nacht in Hongarije.

Het vroege ontbijt op 5 mei gaat gepaard met hartelijke begroetingen met de ‘Roemenen’. Voor de één een eerste kennismaking, voor de ander een blij weerzien. Tegen achten verlaten we te voethet hotel om naar het Central and Eastern Institute for Mission Studies (theologische universiteit) te gaan. Na een wandeling van zo’n twintig minuten arriveren we bij de universiteit aan het Calvijn plein in het centrum van Boedapest. Ds. van Weelden opent de conferentie met een meditatie over Joh. 20: 21b ‘Gelijkerwijs Mij de Vader gezonden heeft’. Daarna vertelt Anne-Marie Kool, die de leiding heeft deze dagen, wat het doel is van de conferentie ‘Samen getuige zijn van Jezus Christus in deze tijd.’ We hebben in Nederland en in Oost-Europadezelfde vragen. Samen vormen we een kleurige wereldkerk. We kunnen veel van elkaar leren, maar daarvoor moeten we elkaar eerst proberen te begrijpen. Omdat begrijpen te bevorderen gaan we deze morgen eerst naar elkaar luisteren. Allereerst vertellen de mensen uit Roemenië wat de zorgen zijn binnen hun kerk. Uit het verhaal dat we horen merken we dat de tijd van het communisme diepe sporen heeft achtergelaten, die nog steeds merkbaar zijn. Veel ouderen in de dorpen willen niets met de kerk te maken hebben vanwege de pijn die ze geleden hebben tijdens het communisme. Dat zege en geld heeft, is niet het grootste probleem waar de gereformeerde kerk inRoemenië geconfronteerd wordt. Het grootste probleem is dat ze een hele generatie missen in de gemeente. Veel jongeren studeren verder, maar omdat erin Roemenië weinig arbeidsplaatsen zijn trekken ze na hun studie weg naar het buitenland om daar te werken. Zelden komen ze weer terug. De gemeente bestaat daardoor uit kinderen tot een jaar of 18 en ouderen.
Na de pauze is het de beurt aan de Nederlanders om ter vertellen met welke problemen wij geconfronteerd worden. Leonard Huisman en John de Jong schetsen een beeld van christenen in de Nederlandse maatschappij. Wat ziet de maatschappij aan ons? We laten soms veel te weinig zien wat het betekent om christen te zijn. Daarnaast worden we steeds meer gedwongen om mee te gaan in de wereld. En omdat de mensen in Nederland steeds meer individualistisch worden, gaan we dat ook merken in dekerken. Iedereen heeft zijn eigen smaak en gaat op zoek naar de kerk die bij zijn smaak past. De kerken lopen langzaam leeg.

Na deze verhalen van twee kanten hebben we al veel stof tot nadenken gekregen en is het thema van de conferentie voor ons allen actueel geworden. Want zowel in Roemenië als in Nederland missen we mensen in de gemeente. En wat de reden ook is waarom ze vertrekken, wij worden geroepen om getuige van Jezus Christus te zijn, zodat ze weer met onsmee gaan. We worden geroepen om een missionaire gemeente te zijn. Wat dat inhoudt, vertelt Anne-Marie ons ’s middags tijdens een college dat ze geeft aan haar studenten. Als een gemeente wil veranderen van een gemeente meteen zendingscommissie naar een missionaire gemeente dan is het belangerijk dat een gemeente beseft dat ze er niet voor haarzelf is, maar voor anderen. We hebben zoveel van Godontvangen, dat kunnen we niet voor onszelf houden. Om getuige te zijn van Jezus Christus is het belangrijk dat een gemeente missionair wordt toegerust, maar dat je je ook steeds afvraagt: ‘welke eerste stap (of volgende stap) kan ik zetten? En dan zijn het de kleine dingen die het doen.
Ds. Zoltán sluit deze eerste conferentiedag af met een meditatie over Joh. 14: 18-20. We hebben veel om over na te denken en na te praten. Het is mooi dat we deze dag geen taalbarrière hebben gehad, omdat een aantal Hongaarse studenten die Nederlands studeren voortdurende hebben vertaald wat er werd gezegd. Met alle conferentiegangers nuttigen we het diner in een restaurant nabij de universiteit. Door een verlicht Boedapest lopen we daarna terug naar ons hotel waar we de dag besluiten met een klein feestje, omdat Emese uit Boiu vandaag jarig is.

De tweede conferentiedag, 6 mei, begint op tijd, want om 9 uur zullen we in verschillende groepen Boedapest in gaan om enkelediaconale projecten te bezoeken. Ds. Biró István opent deze dag met een meditatie over Johannes 21:20c ‘zend ik ook ulieden’. Daarna gaan weer in gemengde groepen opuit. Eén van de groepen gaat naar de stichting VISZ (in Nederland bekend onder de naam IKEG, Internationaal KinderevangelisatieGenootschap). Deze stichting houdt zich bezig met evangelisatie onder kinderen.Zo wordt er materiaal ontwikkeld en verspreid voor het houden van kinderclubs,kinderkampen, enz. In het gebouw waar wij ontvangen werdenwas ruimte om mensen te laten slapen. Dat gebeurt regelmatig. Soms gaat het dan om volwassenen die dan toegerust worden om het evangelie te brengen aande kinderen. En soms slapen er kinderen tijdens een kinderkamp.
Een andere groep brengt een bezoek aan de gemeente van Szigetszentmiklos. Een aantal jaar geleden is deze gemeente geplant in een nieuwbouwwijk. Omdat de mensen uit deze wijk eerst niet naar de kerk kwamen, is de kerk naar de mensen gegaan. Dit deden ze onder andere door het organiseren van spelletjes voor kinderen. En via de kinderen werden de ouders bereikt. Nu is het een snelgroeiende gemeente die ook veel alcoholverslaafden opvangt. Een van de gemeenteleden die we ontmoeten is Lajos, een man vanongeveer 50 jaar, die meer dan 20 jaar verslaafd wasaan alcohol. Zijn vrouw heeft al die jaren voor hem gebeden en ineens was hij bevrijdt en genezen. Sinds die dag gaat hij met haar mee naar de kerk, waar hij nu ouderling is. Stralend vertelt hij dat hij door zijn beroep veel mensen ontmoet en zo kan getuigen van de liefde van Christus. De slogan van deze gemeente is: ‘Jezus kan je bevrijden.’ Het geheim is: gebed en zingen en veel doen voor de kinderen in de wijk.

Weer terug op de universiteit wisselen we de ervaringen van deze morgen uit. En daarna is het al weer tijd voor het laatste onderdeel van deze conferentie. Wat neem je mee naar huis? Iedereen vertelt persoonlijk wat hij heeft geleerd. Bijzonder om te horen dat iedereen zijn eigen ‘kruimeltje’ heeft opgeraapt. Bij elkaar wordt dat een heel brood en kunnen we samen een gemeente zijn die getuigt van Jezus Christus in deze tijd. Of het nu in Roemenië is of in Nederland! Arie Karreman spreekt als laatste en bedankt iedereen. Jarenlang heeft hij hier naar uitgekeken en nu is zijn droom werkelijkheid geworden. Ook Anne-Marie uit haar grote blijdschapo ver deze eerste conferentie met mensen uit gemeentecontacten tussen Nederland en Roemenië. We zingen als Nederlandse groep onze Roemeense vrienden Psalm 17:4 toe. Tot slot spreekt Ds. Biró István enkele woorden: Boedapest is de brug geworden tussen Oud-Alblas en Sighisoara.
We besluiten ons verblijf in Hongarije met een boottocht over de Donau. Al varend nuttigen we het diner. Daarna is het tijd om de koffers te pakken.Over enkele uren zal de groep uiteenvallen. Sommigen op weg terug naar Oud-Alblas, de Roemenen per auto naar huis en de Oud-Alblassers die doorgaan naar Roemenië pakken het vliegtuig.

Op 7 mei vliegen we met zijn elven van Boedapest naar Tirgu Mures. Zo komen we aan het begin van de middag aan in Roemenië waar Ds. Ardojan ons met een busje op staat te wachten om ons naar Sighisoarate brengen. Daar worden we afgezet bij de parochie waar we hartelijk worden ontvangen met een voortreffelijke lunch. Na het eten worden we mee genomen naar onze gastgezinnen, om daar de rest van de middag door te brengen. Jammer genoeg is het communiceren in verschillende gezinnen niet eenvoudig omdat de mensen geen woord Engels of Duits spreken. Na een lange autorit van ongeveer acht uur arriveren ook de Roemeense conferentiegangers in Sighisoara.’s Avonds ontmoeten we elkaar in een pizzaria om gezellig met elkaar te eten en bij te praten.
Op zondagmorgen preekt Ds. Biro over het gebed van Hanna. Het is vandaag Moederdag en daar is de dienst op gericht. Na de preekzingen we opnieuw met elkaar Psalm 17: 4. Deze keer zingen we het de hele gemeente toe. Het samenzijn is nog niet afgelopen, want in Roemenië wordt Moederdag niet thuis gevierd, maar in de kerk. Alle kinderen komen naar vorenen zingen verschillende liederen met elkaar zoals ‘Jezus houdt van alle kleine kinderen’. Sommige kinderen zeggen een gedichtje op en allemoeders krijgen bloemen (ook aan de Nederlandse moeders is gedacht!) De tieners voeren tenslotte een soort toneelstuk op. Het is een bijzondere ervaring voor ons allemaal. Met de hele gemeente drinken we koffie in het schooltje naast de kerk. De lunch gebruiken we in onze gastgezinnen waar we ook de middag doorbrengen.

Een aantal van ons gaan ’s middags een stukje wandelen. Tijdens die wandeling komenz e terecht op het zigeunerkamp net buiten het dorp. Wat ze daar zien laat een diepe indruk na. Kinderen zonder kleren, dronken vaders. Het is moeilijk om jeniet beter te voelen dan deze mensen. De wortels van de Roma’sliggen in deze streek, ze hebben hun eigen cultuur en gewoontes die sterk verschillen van de onze. Ondanks hun levenshouding zijn ze toch onze naaste Het is een opluchting als we weer op een vertrouwd adres zijn.
De Nederlandse jeugd maakt aan het eind van de middag een wandeling naar de Burcht vergezeld door de Roemeense jeugd. Weer terug inde Parochia is het tijd voorde jeugddienst. Er wordt veel gezongen en Ds. Ardojan preekt over de maanzieke jongen. Hij houdt zijn preek in het Hongaars, maar heeft hem speciaal voor ons in het Engels vertaald. Zo krijgen ook wij de boodschap van de preek mee: Jezus maakt de verschijnselen niet minder, zoalsmedicijnen doen, maar Hij geneest volkomen. Na de preek wordt er weer gezongen.‘Heer’ ik kom tot U’, klinkt het dan in onze eigen taal. Ontroerend! We worden deze dag echt overladen metgeestelijke en lichamelijke goede gaven. Wat geven de mensen in Roemenië veelaan ons! Om stil en beschaamd van te worden. Hoe gastvrij zijn wij? ’s Avonds hebben we met de jeugd uit Roemenië een Bijbelstudie over 1 Kor. 12: 8‘vele leden een lichaam’. Of we nu in Oud-Alblas wonen of in Sighisoara we hebben allemaal onze eigen gave en we worden opgeroepen om die te gebruiken tot eer van onze God.

De maandag is een dag die in het teken staat van bezoeken. Allereerst gaan we naar een bejaardenhuis dat gefinancierd wordt door de overheid. De directeur ontvangt ons en vertelt over de grote moeite die hij heeft om het tehuis draaiende tehouden. Zo heeft hij per bewoner 2 euro per dag beschikbaar om hen drie maaltijden te geven. Veel verzorgenden trekken weg omdat ze hier maar 100 euro per maand verdienen en in het buitenland wel tien keer zoveel. Zodoende is er niet alleen gebrek aan geld, maar ook aan personeel. Het is schrijnend om te zien onder welke omstandigheden deze mensen moeten leven.
Daarna brengen we een bezoek aan een bejaardenhuis waar Zsuzsa, een van de Roemeens werkgroepleden, werkt. Dit bejaardenhuis wordt ondersteund door de Lutherse kerk. De omstandigheden zijn hier veel beter dan in het eerste bejaardenhuis dat we bezoeken. Er is plaats voor acht bewoners die veel aandacht krijgen en goed verzorgd worden. Omdat deze mensen veelal Duits spreken, kunnen we met hen communiceren. Ze voelen zich thuis en hebben een goede oude dag.

In Berea staat er een lunch voor ons klaar. Onder het eten kunnen we de indrukken van deze morgen een beetje verwerken. ’s Middags bezoeken we een aantal oude mensen die ondersteund worden door de kerk. Als eerste gaan we naar een ouder echtpaar dat woont op een zigeunerkamp. De man is ernstig ziek. Ds. Biro Istvan leest een gedeelte uit de Bijbel, we bidden met elkaar het Onze Vader en zingen voor hen Psalm 25: 2. Ons volgende bezoek brengt ons bij een oud vrouwtje van 82. Ze heeft jarenlang de klokken van de kerk geluid. Haar kleinzoon is op18-jarige leeftijd gestorven nadat hij door een bloedtransfusie besmet was met AIDS. Vier jaar daarvoor had hij belijdenis gedaan in de gemeente. Voor haar zongen we Psalm 68: 10. Als laatste gaan we langs bij een vrouw van 87. Ze leeft in een klein kamertje in een huis dat bewoond wordt door acht gezinnen. Ze krijgt nooit bezoek en moet rondkomen van 25 euro in de maand. Voor haarz ingen we ‘U alleen, U loven wij!’ Wat is het goed om te zien wat de kerkelijke gemeente van Sighisoara en in het bijzonder de maatschappelijk werkster Joli voor deze mensen betekent. Er zijn veel van deze arme ouderen in de stad die zeer regelmatig bezocht en van het nodige voorzien worden.
Leo en Betty Eijkelenboom brengen deze middag een bezoek aan Emese en Dezső in Boiu. Tijdens het transport van Oud-Alblas naar Roemenië in oktober 2009 zijn er bouwmaterialen vanuit l’Insigne bij hen afgeleverd. Met behulp van deze materialen hebben ze een huis gebouwd. Het was mooi om het resultaat te zien. Aan het eind van het jaar hoopt ditjonge gezinnetje hun intrek te nemen in deze woning.

Na de indrukwekkende bezoeken van deze dag, breekt voor de meesten van ons de laatste avond in Roemenië aan. Als afscheid heeft de Roemeense werkgroep een barbecue voor ons georganiseerd in de tuin van Eva en Ferenc. We eten niet alleen maar zingen ook nog veel liederen met elkaar zowel in het Hongaarsen het Nederlands. Het is goed om samen met onze broeders en zusters in Roemenië de Heere te loven. ‘Heer’, ik prijs Uw grote naam’, klinkt het uit ieders mond! We zijn met veel leden, maar we vormen één lichaam met Christus als ons Hoofd.
Op de morgen van de 10e mei komen we nog een keer bij elkaar in Berea. Voordat we afreizen naar Nederland hebben we nog een korte ontmoeting met de ouderen van de gemeente die wekelijks bij elkaar komen om met elkaar te luisteren naar het Woord en op een ontspannen manier met elkaar bezig te zijn met een handwerkje of een spelletje. Op zondag hebben we allemaal een geborduurd kleedje gekregen dat gemaakt is door de vrouwen die deze morgens bezoeken.

Een taxibus brengt ons weer terug naar het vliegveld. De vlucht naar Weeze verloopt voor spoedig en zo staan we aan het eind van de middag weer op de parkeerplaats bij Berea in Oud-Alblas. Anders dan een week geleden, want we hebben veel stof tot nadenken in onze geestelijke koffers mee teruggenomen. Zowel door alles wat we in Boedapest en Sighisoara gehoord en besproken hebben als door alles wat we gezien hebben. Dat we al deze bagage die we door deze onvergetelijke reis meegekregen hebben zullen gebruiken om elk op onze eigen plaats een getuige te zijn van Jezus Christus in deze tijd!
Namens alle conferentie deelnemers en Roemeniëgangers,
 
Leontine Jabaaij en Betty Eijkelenboom

Wednesday, April 27, 2011

‘Amsterdam’ Een weekend met Hongaarse studenten

27 april 2011 door Szaszi Bene

Eerder dit jaar hebben we een vraag gekregen van Andras Lovas uit Budapest of we bereid waren om aan een antal theologie studenten de missionaire ontwikkelingen van de stad te laten zien. Met het doel dat de studenten proeven van de werk van AiB en andere ministries in Amsterdam. Samen met Bas van de Graaf (Jeruzalemkerk), Jeanette de Waard (Hoop voor Noord) en Siebrand Wierda (Via Nova) hebben we de Hongaren ontvangen en op verschillende momenten van de weekend met de studenten gesproken over kerk zijn in een seculiere stad.

Idols of the city

We hebben de studenten twee keer meegenomen voor een wandeling in de stad met de vraag: Wat zegt Amsterdam over zichzelf? Voor de studenten was dit de eerste keer in Amsterdam. Ze hebben dan ook een redelijke cultuur schok gehad. De rondleiding was bedoeld om de stad te leren kennen en om de goden van de stad te kunnen identificeren. Als je een missionaire kerk wilt zijn in een grote stad dan moet je stad goed kennen. De studenten hebben met open ogen in Amsterdam rondgelopen. Enerzijds hebben ze genoten wat ze zagen en anderzijds waren ze verontwaardigd. Amsterdam kan overweldigend zijn tijdens een eerste bezoek. Maar ze hebben er goed werk van gemaakt om de goden van de stad te inventariseren en ook te benoemen. Bijna iedereen vond dat Vrijheid het woord is dat de stad over zichzelf roept. ‘Kom naar Amsterdam want hier ben je vrij om te zijn wie je maar wilt zijn’ zou zomaar de motto kunnen zijn van de stad. Voor een eerste indruk en bezoek in Amsterdam hebben de studenten de spijker op de kop geslagen. De uitdaging was dan ook om met de zelfde ogen te kijken naar de stad Budapest. Dit kwam als een verassing voor hun. Ze waren niet gewent om zulke kritische vragen te stellen tegenover hun eigen context. Dit was een echte eye-opener.

Mission mindedness

De studenten hebben ook een inspirerende college gekregen van Siebrand. Hij heeft vertelt over wat een missionaire kerk is en hoe men een kerk opnieuw kan laten starten, kerk planten en samen werken met anderen in een partnerschap. Ze waren helemaal onder de indruk van de mission midedeness van de AiB en de andere ministeries in de stad. Het was iets wat ze misten in Budapest. Namelijk kerken die bewust bezig zijn met kerk zijn in de stad en voor de stad. Hun bezoek aan de diensten van Jeruzalemkerk en Hoop voor Noord heeft dit inzicht versterkt. Ze waren ook onder de indruk van de collegialiteit van de verschillede voorgangers. Ze hebben gemerkt dat ze samen werken in plaats van dat ze elkaars concurrent zijn. In het laatste groepsgesprek waren ze allemaal te spreken vooral over manier waarop kerk zijn is gedaan in Amsterdam. Het zal me niet verbazen als we over een paar jaar goede verhalen horen over de kerken in Budapest en dat dit weekend een belangrijke rol heeft daarin gespeeld.

Kort stukje van ds Bas vd Graaf van de Jeruzalemkerk

In het weekend van 15-18 april bezocht een groep van 17 theologiestudenten uit Budapest onze stad. In het kader van het vak missiologie – gegeven door Anne-Marie Kool, hoogleraar op de Karoli Gaspar Universiteit, maakten zij kennis met allerlei gemeenten en projecten in de stad, maar ook met de visie van Amsterdam in Beweging. Het idee was ontstaan tijdens de City-to-City-Europe conferentie in Budapest van 2010. Het is voor deze jonge mensen een prachtig weekend geworden, waarin, zoals we terughoorden, werkelijk allerlei vensters zijn opengegaan. Het was geweldig om iets van wat we in Amsterdam hebben ontvangen de afgelopen jaren te kunnen delen met toekomstige kerkleiders uit Hongarije. Dit smaakte naar meer en we bezinnen ons dan ook op een vervolg.
Met dank aan medeorganisatoren Jeanette de Waard en Szaszi Bene,

Bas van der Graaf

Bron: http://amsterdam-inbeweging.nl/%E2%80%98amsterdam%E2%80%99-een-weekend-met-hongaarse-studenten/ Voor een foto impressie:

Thursday, April 21, 2011

Gemeentecontacten Conferentie Budapest 2011 // Testvér gyülekezetek konferenciája Budapest 2011

We zijn dankbaar dat zich zovelen hebben aangemeld voor de toerustingsconferentie voor Nederlands- Hongaarse- en Roemeense partnergemeenten: rond de veertig!
De laatste versie van het nederlandstalige programma vindt u hier: NL programma. De komende dagen zullen we nog wat voorbereidingsmateriaal opzoeken.

Nagyon hálásak vagyunk, hogy annyian jelentkeztek a holland-magyar testvér gyülekezetek konferenciájára: kb. 40-en!

A magyarnyelvű program utolsó változatát itt tölthető le: magyarnyelvű program.

New CIMS PhD in Missiology and Ecumenical Studies Programme

The Central and Eastern European Institute for Mission Studies (CIMS) of the Károli Gáspár Reformed University in Budapest, Hungary is pleased to announce the launching of the Doctor of Philosophy in Missiology and Ecumenical Studies (MES). MES is designed to provide outstanding candidates with the opportunity to design, develop and complete a customized research plan and in consequence to develop new theories with contextual relevance for societies with a communist past, to contribute with new insights to the various missionary, interdenomi-national and inter-religious activities of the church, master academic disciplines essential for missiology, deepen the ability of doing high-level academic research, and improve the personal ability to think “missiologically” within the global context.
Registration for the academic year 2011/12 is opened. The deadline for registration is May 31. For any additional information please contact the programme coordinator at cims@kre.hu.

PhD in Missiology and Ecumenical Studies (MES) brochure: MES Brochure

New CIMS MTh in Missiology Programme

The Central and Eastern European Institute for Mission Studies (CIMS) of the Károli Gáspár Reformed University in Budapest, Hungary is pleased to announce the launching of the Master of Theology in Missiology Programme (MATHEM). The programme genuinely embodies an innovative model in higher education. It combines the unique and longstanding experience as a centre of excellence in distance learning of the University of South Africa (UNISA) and the expertise of KRE-CIMS, a leading institute in Mission Studies with a wide extended network in Central and Eastern Europe.

Registration for the academic year 2011/12 is opened. The deadline for registration is June 1. For any additional information please contact the programme coordinator at cims@kre.hu.

For more information on MATHEM: MATHEM Brochure