Wednesday, November 9, 2011

Zes cent voor de armen

Zes cent voor de armen

Dat intense betrokkenheid van christenen op de armoede en het onrecht in de wereld geen luxe is, bewijzen de statistieken. Zo is het gemiddelde inkomen in Nederland 32.500 euro per jaar, oftewel 89 euro per dag. De onthutsende werkelijkheid in de wereld van vandaag is dat 40 procent van de wereldbevolking (2,6 miljard mensen) van minder dan 1,50 euro per dag moet rondkomen, 15 procent van de wereldbevolking (1 miljard mensen) met minder dan 0,75 euro per dag. De gelukkigen die 89 euro per dag verdienen, tellen slechts 0,3 miljard mensen, oftewel 4,5 procent van de wereldbevolking.

Jij bent rijk, wij zijn rijk en de kerk in het Westen is rijk, poneert de Amerikaanse auteur van ”Het gat in ons evangelie”, Richard Stearns. Als je dit jaar 17.000 euro verdient, ben je rijker dan 90 procent van de wereldbevolking. Verdien je 35.000 euro per jaar, dan ben je zelfs rijker dan 99 procent van die bevolking.

Zijn al die schatrijke christenen gul in het geven? Nee, zegt Stearns. In zijn land is het geven van tienden sowieso nauwelijks gangbaar, maar dan nóg blijken christenen (hij noemt hen „de rijkste christenen in de geschiedenis”) slechts 2 procent aan de kerk te geven, en daarvan gaat dan vervolgens 2 procent naar noden in de wereld. Per saldo komt dat neer op 6 cent per dag per persoon.

Sunday, November 6, 2011

Tuesday, November 1, 2011

Welkom in Budapest

Van 17-22 oktober 2011 verbleven we in Boedapest. We, dat zijn zes (van de zeven) predikanten die elkaar al langer kennen, vooral van een preekvoorbereidingsgroep. Al meer dan 25 jaar komt onze groep bijeen, in enigszins wisselende samenstelling, om de Schriften te lezen en ons te beraden op hermeneutische en homiletische vragen.

De vriendschapsband die in de loop van de jaren ontstaan is, maakte het mogelijk om een dergelijke reis te organiseren. Een aantal van ons hadden contact met het Central and Eastern European Institute for Mission Studies van Prof. Anne-Marie Kool, een instituut dat gelieerd is aan de Károly Gáspár Universiteit. Anne-Marie was enthousiast en plande een korte conferentie met een aantal lezingen van beide kanten. De sfeer was hartelijk en we merkten dat ons bezoek van Hongaarse zijde op prijs werd gesteld.

Twee punten stonden centraal: hoe reageren wij op de uitdaging van de Evangelische beweging? En: Hoe ligt de verhouding tussen Kerk en Israël? Wat de evangelische inbreng betreft, liepen de Hongaarse en Nederlandse ervaringen niet zo ver uiteen. In beide kerken worstelen we met traditionalisme en vernieuwing, waarbij het de vraag is in hoeverre de evangelischen ons kunnen helpen de grote traditie van de Kerk verder te dragen.

Ten aanzien van Kerk en Israël merkten we dat de bezinning daarover in Nederland al meer dan een halve eeuw geleden is ingezet en dat inzichten die gemeengoed zijn (of waren?) daar iets van een ontdekking hebben. Bijvoorbeeld als het gaat om Gods bijzondere relatie met Israël ook na Pinksteren.

Veelzeggend was voor ons de opmerking van de Hongaarse theoloog István Tatai dat wij volksgewijs zijn geënt op de stam Israël, dus de Hongaren als aparte tak. Eerlijk gezegd, wij voelden als Nederlanders daarbij minder de behoefte om een eigen tak te claimen.

In de besprekingen kwam ook regelmatig de nationalistische en xenofobe koers van de huidige Hongaarse regering naar voren. In een gesprek met een aantal mensen van het synodebestuur bleek dat er in de kerk wel oog voor is, maar dat de financiële afhankelijkheid van de kerk een kritische houding soms ook moeilijk maakt.

Twee ervaringen zijn veelzeggend. Ik had in de wandelgangen een gesprekje met twee theologische studenten. “Right wing oriented” zeiden ze zelf. Op mijn vraag of het evangelie van Jezus Christus niet kritisch is naar alle ideologieën toe, antwoordden ze dat “rechts” toch wel dichter bij het evangelie zit dan “links”. De andere ervaring. Overal in Boedapest kom je het communistische verleden tegen. De gruwelen ervan worden breed uitgemeten. Ik denk terecht. Wat opvalt is dat slechts weinig herinnert aan het minder fraaie verleden van Hongarije,  bijvoorbeeld rond de Tweede Wereldoorlog.

Onder de indruk waren we van het werk van de predikanten Eszter Dani and Zoltán Sóskúti. In een achterstandswijk in Boedapest proberen ze laagdrempelig kerk te zijn met bemoedigende resultaten. Ook wat Ds. Dani vertelde over haar eerdere werk onder zigeuners in Oekraïne was ontwapenend.

Nog iets meer over het instituut waar Anne-Marie Kool aan verbonden is. Onze indruk was dat daar iets goeds gebeurt. Mensen uit verschillende kerken worden bij elkaar gebracht: Hongaren en buitenlanders, protestanten, rooms-katholieken en orthodoxen. Zo’n plek is in Midden- en Oost-Europa waardevol. We begrepen dat het de bedoeling is om het instituut in de toekomst nog steviger te verbinden met de Károly Gáspár Universiteit. Moge het tot zegen zijn.

Sam Janse, Ameide