Monday, December 17, 2007

Kool Nieuws van de Károli -- 5

Budapest, 17 december 2007.


Aan de Herv. Gemeenten te
Houten en te Oud-Alblas
Beste vrienden en familie!

Van gasten kun je veel leren! Gasten helpen je je situatie met nieuwe ogen te zien. Regelmatig heb ik mensen te gast, vooral ook uit Nederland. In dit Kool Nieuws heb ik enkele van hen gevraagd hun impressies weer te geven.

Impressies uit Budapest (1)
“Kool Nieuws (en de eerdere Levenstekens uit Hongarije) is sinds jaren voor velen een bron van informatie over de ontwikkelingen in Midden en Oost Europa en het werk in zending en evangelisatie in deze regio. De inhoud van de nieuwsberichten maakt ook zichtbaar welke bijzondere bijdrage Anne-Marie Kool hieraan levert. Ik kan dat rustig hier opschrijven. Ze heeft mij gevraagd om wat impressies te geven voor haar nieuwsbrief en ik doe dat dan ook op mijn manier. Sinds twee jaar ben ik als vrijwilliger bij het werk van Anne-Marie betrokken, heb haar en haar werk leren kennen. De regio is mij sinds het begin van de 90-er jaren meer en meer vertrouwd geworden door diverse actitiviteiten vooral op het terrein van de zorg voor mensen met een beperking.
Hoogleraar missiologie in een post communistische regio met alles wat je maar bedenken kunt: weinig geloof in niets en niemand dat kreeg je in een communistische opvoeding mee. Doen wat je belooft en zeggen wat je denkt: nou nee , je weet maar nooit. En toch... er zijn mensen die de uitdaging aannemen. Die geloven in mogelijkheden, omdat zij erop vertrouwen dat God hen helpt ondanks alle mistroostigheid. Mistroostig zo zag het hier de afgelopen week uit: grijs en grauw.
En vanmorgen scheen op eens de zon, een blauwe lucht en een frisse wind. Als een symbool van al die kleine en grote vonkjes die je kunt zien. In de ogen van de studenten met wie Anne-Marie bezig is en die leren de opdracht van de Bijbelse boodschap in de huidge samenleving te verstaan. Bij sommige kollega’s, die tijdens een korte ontmoeting snel even iets vertellen van hun werk. En op zondag in de kerk: voorstellen van nieuwe gemeenteleden uit de afgelopen periode. Een indrukwekkend moment, een adventszondag en dan ruim 25 mensen die voor het eerst actief betrokken willen zijn bij de gemeente. En niet te vergeten de kinderen die dit jaar geboren zijn nog een keer allemaal er bij. Groei van een gemeente dankzij een niet aflatende inzet van de predikanten en de vele actieve vrijwilligers. En dan in zo’n wijk met heel veel hoogbouw. Meer dan 30.000 bewoners en een gemeente met een geweldige uitstraling. Veel om te leren.
Leren, dat doe je als je met Anne-Marie mag werken. Docent in hart en nieren, er is zo veel te leren zo lijkt ze voortdurend uit te stralen. Niet als doel op zich, maar om je in te zetten voor de Goede Zaak. Inspiratie dat krijg je er van, dat zie ik bij de studenten en bij een aantal kollega’s. Mistroostig, soms ook, maar zoek dan de troost maar daar waar je het beste vinden kunt in: in de Bijbel.
In het Hongaars, Engels, Duits, Frans en Nederlands kom je ze tegen. Op kantoor, thuis: de Bijbel als onuitputtelijke bron van inspiratie.
Budapest is een Westerse stad geworden. Alles is te koop, er zijn meer grote supermarkten in en rond de stad dan in Nederland. Er wordt op allerlei manieren reklame gemaakt voor alle producten van deze wereld. En ergens in een gebouw op het Calvijnplein wordt stap voor stap gewerkt aan een heel andere dimensies van het mens zijn.”
(Mineke Hardeman, Budapest 13 december 2007)

(Oud-)studenten vertellen...
Regelmatig loop ik oud-studenten tegen het lijf. Afgelopen week ontmoette ik Angelika. In 1995 en de jaren daarna volgde ze colleges missiologie. Samen met haar man heeft ze enkele jaren zendingswerk in India gedaan. Nu coördineren ze het werk van een international zendingsorganisatie in Hongarije. Ook Janet was er, die vorig jaar haar postdoctorale opleiding afsloot. Via een stage in het kader van haar studie was ze in contact gekomen met enkele meisjes uit Mongolië die in Hongarije wonen. Ondertussen is er een Mongoolse gemeente ontstaan en is er een verlangen gegroeid bij enkele jongeren om zelf als zendingswerker uitgezonden te worden (zie verslag van Henk Massink). Het is geweldig te zien hoe Janet hen als een mentor helpt. Er is een enorme behoefte aan toerusting en training. Ook is Janet betrokken bij het college communicatie in andere culturen aan de Károli. Emőke kwam ik in Princeton tegen. Afkomstig uit Servië, studeerde ze in Pápa en liep stage o.a. in Rotterdam. Daar werd ze uitgedaagd uit haar “Hongaarse” wereld te stappen, en realiseerde ze wat een verrijking dat is. Nu is ze in Princeton betrokken bij het bureau internationale zaken van het Seminarie, verantwoordelijk voor het versterken van de contacten met Amerikaanse en buitenlandse studenten. Een andere student uit Pápa, Krisztián, komt iedere week een dag vrijwilligerswerk doen in het zendingsinstituut. Nóra, ook uit Papa, is aktief betrokken bij een netwerk voor predikanten aktief in stadszending. Gábor was op uitnodiging van László betrokken bij een vakantiebijbelclub in zijn gemeente, met kinderen uit een achterstandswijk. Beiden sloten in juni hun postdoctorale programma af. Met kerst is er een vervolg. In september was ik op bezoek in de gemeente van Szerena, die deelneemt aan het PhD programma, bij het in gebruik nemen van de opgeknapte pastorie. Drie weken lang had iedereen de handen uit de mouwen gestoken, en waren kosten nog moeiten gespaard. “Ze waardeert wat we doen, daarom werken we zo graag mee”. De gemeente is de afgelopen jaren heel sterk gegroeid. “Er is grote verbazing in het dorp dat er zoveel verschillende mensen bij de gemeente horen.” 1 Kor. 12 in praktijk!

Van zaterdagmorgen 1 december tot dinsdagmorgen 4 december was een ouderling uit de Sion gemeente in Houten te gast in Boedapest. Ook hij komt al sinds het begin van de 90-er jaren in Hongarije.

Impressies uit Budapest (2)
„Het was goed om op deze manier de banden weer eens aan te halen. Miklos en Toncy Nagy boden mij in hun flat in de wijk Gazdagrét een gastvrij onthaal. Zij zijn ook in onze gemeente op bezoek geweest in 2005. Hun woning bevindt zich op ongeveer 200 meter van de Gazdagrét-kerk. Met hen had ik opnieuw gesprekken tot diep in de nacht over de Hongaarse maatschappelijke en politieke situatie. Het werd me weer eens duidelijk hoe sterk de communistische naweeën nog zijn en hoe kwalijk die invloeden zijn voor een samenleving. De socialistische regering (onder leiding van een oud-communist) doodt iedere vorm van maatschappelijke creativiteit en verantwoordelijkheid.

Gazdagrét gemeente
Zondagmorgen vulde de kerk van de Gazdagrét-gemeente zich spoedig geheel. Het is opvallend hoe grote groepen mensen uit de omgeving zich via de Alpha-cursus bij de gemeente voegen. Het zal er mee te maken hebben dat de gemeenteleden zich zeer gastvrij opstellen voor de mensen uit de buurt. Andras Lovas, de predikant, zocht in zijn preek ook nadrukkelijk aansluiting bij de situatie waarin de mensen zich bevinden: de drukke tijd voor Kerst waarin er van de gemiddelde Hongaar veel verwacht wordt. Dat gebeurde zonder dat aan de tekst tekort werd gedaan. Het was een eerste preek over een aantal Psalmen. Nu stond Psalm 13 centraal. Dit is een klaagpsalm. Ds. Lovas liet zien dat de klacht hoort bij een bijbels geloofsleven. Maar de klacht gaat gaandeweg over in gebed en in geloofsvertrouwen. Aansluitend vierde de gemeente het Heilig Avondmaal.

Mongoolse dienst
Zondagmiddag bezocht ik met Anne- Marie een kleine Mongoolse gemeente. Janet, een van de oud-studenten van Anne-Marie had ons uitgenodigd. Zij is nauw betrokken bij het ontstaan van deze gemeente. Niet in de rijkste buurt van Boedapest. De dienst zou om 17.00 uur beginnen maar tegen die tijd stonden we wel in de kou voor een dichte deur. Dat veranderde echter snel. Even na vijven kwamen er een aantal mensen aanlopen met een onmiskenbaar Aziatisch uiterlijk. Praten ging niet zo goed, maar al snel groeide het gezelschap en kwam er iemand met een sleutel. De ontvangst was allerhartelijkst. Met frisdrank en koek werden we welkom geheten.

Het werd een bijzondere dienst die zo’n tweeënhalf uur zou duren. Wie klaagt er dan nog over een dienst van anderhalf uur? De gemeente nam afscheid van twee in Duitsland wonende koreaanse evangelist-predikanten die de afgelopen tien dagen een evangelisatie aktie hadden geleid. De oudste van hen preekte nu niet, maar zong een lied waarin je de Mongoolse steppewinden kon horen huilen. Daarna nam de andere Koreaanse predikant in het mongools. Sinds de jaren 80 zijn er namelijk nogal wat Mongoolse vrouwen als naaisters in Boedapest aan de slag gegaan [in 1994 had ik kontakt met Munhjin, die in de Pasaret gemeente tot geloof kwam, amk]. Nu waren er uiteindelijk zo’n veertig mensen in de dienst aanwezig, de overgrote meerderheid vrouwen.

Het woord was als een tweesnijdend scherp zwaard. In de preek kwam uitgebreid Openbaring 21 vers 8 aan de orde zeven soorten zonden staan genoemd. Een ieder die één van deze zonden doet, komt ‘in de poel die brandt van vuur en sulfer’. Tijdens deze dienst vroeg de voorganger aan de gemeenteleden – terwijl iedereen zijn ogen dichthield - hun hand op te steken als ze zich schuldig wisten aan één van deze zonden. Het was een ernstig woord waarin het geweten werd geraakt. Daar bleef het niet bij. De predikant prees het bloed van Christus aan als weg tot behoud en overwinning. Daarbij gaf hij voorbeelden van het krachtige werk van Gods Geest in het hart van heidense (Mongoolse) priesters. De gemeente gaf duidelijk uiting aan haar blijdschap over deze grote genade.

Deze dienst leek ook een soort institueringsdienst. Verschillende gemeenteleden kregen een taak toegewezen. Zij kwamen naar voren en kregen een zegen mee. Daarna nam een ieder met een stevige omhelzing afscheid van de twee koreaanse gastvoorgangers en werden wij als bijzondere gasten toegezongen. Het was allemaal bijzonder indrukwekkend en aangrijpend in de goede zin van het Woord.

Missiologisch Instituut en Karoli Universiteit
Tijdens dit bezoek wilde ik me graag ter plekke op de hoogte stellen van de nieuwe situatie waarin Anne Marie werkt. Maandagmiddag ben ik even op het Missiologisch Instituut geweest aan het Calvijnplein. Dit Instituut is dan nu onderdeel van de Karoli Universiteit en valt niet direct meer onder een bestuur dat verantwoording schuldig is aan de synode van de Hongaars-Hervormde Kerk. ’s Middags mocht ik aan die universiteit meemaken hoe Bernard Kaiser, een Duitser die dogmatiek geeft aan de Theologische opleiding van de Hongaars-Gereformeerde Kerk in Komarno (Slowakije) zijn hoogleraarsbevoegdheid aan de universiteit verkreeg. Wij kennen dat niet, maar in Duitsland en ook in Hongarije moet je een ‘Habilitationsschrift’ verdedigen om hoogleraar te kunnen worden.

Dr. Kaiser slaagde met glans. Hij wist zijn boek over de wijze waarop God Zich openbaart (Fundamentaltheologie, Band I) tot tevredenheid van het gezelschap van hoogleraren te verdedigen. Daarna moest hij als proeve van bekwaamheid twee korte lezingen geven. Ook dat kostte hem niet al te veel moeite. Onder het genot van een kopje koffie en een stevig stuk Hongaars gebak heeft Anne Marie hem nog een aantal tips gegeven om te slagen als docent in een Hongaarse omgeving. Al met al was het uiterst boeiend om deze hoffelijke Duitser en zijn vrouw te ontmoeten. Hij wil volgend jaar ook graag eens naar Nederland komen om te kijken hoe hij hier zijn netwerk kan uitbreiden.”

(H.F. Massink)


Tenslotte
Van harte wil ik jullie allen heel hartelijk danken voor het gastvrije onthaal tijdens mijn verloftijd en heel veel zegen voor het nieuwe jaar.


In Christus verbonden,



Anne-Marie Kool

Saturday, November 17, 2007

Kool News of the Károli -- 4

Budapest, 17th November 2007


Dear Friends,

To conclude my final lecture in Princeton, I showed a picture of the painting by Rembrandt of the prodigal son. A Ghanese pastor, Attah, who had attended all the lectures about missions in Central and Eastern Europe, asked a penetrating question: “I have the impression that there are many lost sons and daughters in this area. To what extent are the Churches able to help them find their way back to the Father?” In my reply, I called on the Churches in Africa to take missionary calling to Europe seriously, and to allow Churches in Europe to share in their spiritual vitality. I have often reflected on this penetrating question.

Increased openness (1)
After last week's Sunday Church service, Orsolya and Zoltán came over for Sunday coffee (for Dutch insiders, this is the best coffee of the week because of the related family time). They were surprised about what they had just experienced. “People welcomed us and were interested in us. We have never experienced anything like this. The sermon was about us. What a beautiful songs! We will certainly come again!' They were there for the first time. Orsolya had spent the last years of her secondary education in America and had come to faith in her host family. Through a mutual friend from Grand Rapids, I came into contact with them. They had both grown up in what they called “typical” Hungarian families: there was drinking to excess and divorce. Zoltán had been reading the Bible with great interest for some time.

In September, a “large meal” in the Gazdagrét church for interested people from the community attracted more than eighty-five people. Almost half of them are now attending the Alpha course. In the weeks prior to this, the themes of hospitality and openness were dealt with in the sermon: “We often reject people who are different, but the Lord accepts them. This means that we are called to do the same.” It strikes me that in recent times, openness to the Gospel has increased considerably.

A few weeks ago, I had a very open conversation with a retired Jewish professor, Gyöngyi, who had lived her whole life as an avowed atheist. Through my friends Gabor and Kati, I met her for the first time last Christmas. She had been told that she was very seriously ill and, afraid to die, had asked Kati whether I could visit her. She is really seeking. There was an openness to read Scriptures and to pray together.

Openness at the university (2)
A similar openness can be noticed among students and colleagues at the Károli University. About 25% are more or less active church members. In this sense, the University mirrors the statistics of Church and society in Hungary. Students are admitted to the university through a central national admissions procedure, no additional requirement can be made on their Christian identity or Church background. As the class rooms of the Missions Institute are frequently used by students from other departments, there are many spontaneous meetings and conversations. Recently I met János Wimmer, a history student. “Do you know that you share your name with a pastor who was extremely active in missionary work in the nineteenth century?” He expressed a keen interest in attending a course in the history of missions. Just as in 1987, when I first came to Hungary, I am more and more involved in evangelism among students.

Open doors
In recent months, it has been a real voyage of discovery to find out what the specific possibilities are to give lectures within the various departments. Where do the interests of the students lie? With whom is it possible to cooperate? One thing is clear: there are more open doors than I thought, not only for lecturing at the School of Theology, but also at the School of Humanities, in the departments of Dutch and English, and in the department of Religious Studies.

Meeting place
The library in particular has a great potential not only as a location to find unique resources, but also as an informal meeting place. To this end, we plan to transform the kitchen area into a pleasant coffee corner. Would you be willing to help to realise this through your support of the work of the CIMS?

Vision for the future?!
At the moment, Calvin Square in many respects seems to reflect the Church and political situations. The construction work on the fourth metro line is blocking the smooth flow of traffic through the city centre. There are deep, noisy excavations, which make good communications difficult. It is not easy to find your way. According to reports, it will certainly take another two years to finish the surface work... There is great faith and much vision for the future needed to be able to imagine that in 2011, a fourth metro line really will be running and will solve all the transport problems of our city.
(http://www.metro4.hu/milyenlesz.php).

The lack of vision for the future seems to be crippling the whole of society. There is an atmosphere of apathy, despondency and hopelessness. Prices are going up, inflation is increasing, the level of public health is dropping alarmingly. Sometimes it seems as if the channels of mutual communication have completely silted up through a profound feeling of mutual mistrust. Very recently, we were shocked in the Church by two harrowing incidents of suicide of young pastors. Another young pastor abandoned his wife and four children.

You also hear in increasing measure that the only way for Hungary to get out of this crisis is the strengthening of Hungary's own culture. Last week, a student expressed this as follows:
“From childhood, we learn that we must look down on the surrounding nations, that they are second rate, and that our Hungarian culture is inviolable. Now I am discovering through this course that God loves all peoples, and that it is not right to be so exclusively focussed on our own culture and our own nation. We can and must be open to others as well.”
Last week at a conference for emerging mission movements in Central and Eastern Europe, it was striking that, compared with the surrounding countries, the Hungarian Churches have much less vision for cross cultural missions and are developing far fewer activities. There is a deep resistance, even in the Churches, to be open to the gypsies, the Roma. In our local committee organising the Quadrennial International Conference of the International Association for Mission Studies we realized that there are not too many adequate exposure visit options for Gypsy ministry to take the participants to. (see http://www.missionstudies.org/)

At a recent weekly devotion meeting, the Rector of the University, Dr Ferenc Szűcs, pointed out that the only way out of this chaotic and confusing time, with many problems and conflicts, is: “Don't panic. Jesus is alive!” Pray for him and his staff for wisdom in giving leadership.
It seems that this difficult situation forces people to seriously think about questions of faith. But the question raised by Attah, regarding the extent to which the Church is able to help them find their way back to the Father, often arises in me. More and more it seems that issues with which Hungary is struggling, are also on the table in other countries, especially the question of how you can combine appreciation of and respect for your own culture with an openness and appreciation of other cultures.

(Former) Students recount...
Regularly, I bump into former students. Last week, I met Angelika. In 1995 and the following years, she attended missiology courses. For several years, she and her husband worked as missionaries in India. Now they coordinate the work of an international mission organisation in Hungary. There was also Janet, who completed her Master’s in Missiology training last year. As part of her study assignment, she came into contact with some girls from Mongolia, who are living in Hungary. By now, a Mongolian Church has come into being, and a desire has grown among several young people to be sent out themselves as missionaries. It is wonderful to see how Janet is mentoring them and involving other Hungarians to come along. There is a huge need for training and education. Janet is also involved in co-teaching a course at the Károli in cross-cultural communications. I met Emőke in Princeton. From Serbia, she studied in Pápa and did her field work in downtown Rotterdam. There she was challenged to step out of her 'Hungarian' world, and she realised what enrichment this brings. Now she is involved in the office for international affairs of Princeton Theological Seminary, and is responsible for nurturing the contacts with American and foreign students. Another student from Pápa, Krisztián, comes one day a week to do voluntary work at the missions institute. Nóra, also from Pápa, is actively involved in a network for pastors working in urban mission settings. László invited Gábor to become involved in a Vacation Bible Club in his Church, with children from a deprived area. Both of them completed their postgraduate programmes in June. There will be a follow-up at Christmas. In September, I visited the Church of Szerena, which is taking part in the PhD programme, for the opening of the restored parsonage. For three weeks, everyone rolled up their sleeves, and neither trouble nor expense were spared. “They appreciate what we are doing. This is why we enjoying working with them so much.” Last year, the Church grew considerably. “There is much surprise in the village that so many different people belong to the Church.” 1 Cor. 12 in practice! Another Nóra, who graduated last year with distinction, is recently accepted as a member of Wycliffe Bible Translators preparing to become a missionary. I could go on… SDG!

Laying foundations ...
In recent months, besides conducting and supervising the course, the emphasis of my work has been mainly on providing the proper facilities. After fourteen years of faithful service, the photocopier has given up (5,000 USD is needed for a new one). Besides this, the computer network needs to be updated and expanded, because of more intensive use of the library (3,500 USD). The setting up of the coffee corner also requires investment (total 2,500 USD). This is what is needed this year.

As you know, the contribution of the University to the Institute is limited, and we depend largely on external sources of funding. We are in the process of setting up sustainable programmes, such as the Master of Theology programme in cooperation with the University of South Africa. There are also shorter courses and programmes in the pipeline, directed towards equipping the Churches for missions and training missionary workers. The training of trainers is particularly needed! A fund has been set up, from which students can apply for grants (20,000 USD needed). Also pastors from Central and Eastern Europe (and from the non-western world) who want to come for a study furlough of a few weeks could apply for support from this fund. May we call on your support for this fund?

You will understand that it is not easy to make long-term plans if you do not know how the finances will develop. May we ask you to make a pledge for the amount of support you will give to the Institute in the coming year?

We are thankfully anticipating your Christmas gift.

Plans for the coming months
Besides rounding off courses this semester and preparing for the coming semester, I am actively involved with three PhD students, who will complete their theses in the coming months: László Gonda, Dorottya Nagy and Randy Robertson.

· 23rd-25th November, 2007: Urban missions consultation (60 participants from 9 congregations!)
· 25th-29th November, 2007: Visit of Prof. Dr Klippies Kritzinger (South Africa) to the KRE-CIMS (lectures, negotiations about cooperation in Master of Theology programme). (for picture report see: ….)
· 14th December, 2007 – 4th January, 2008: Home assignment/vacation in the Netherlands.
· 19th – 30th January, 2008: Brief study leave and ExCom Meeting of the International Association for Mission Studies in Los Angeles, USA.
· 9th February, 2008: Training day for twinning link Churches (for info cims@kre.hu)
· 4th March, 2008: Inaugural Lecture at the Károli Reformed University (info: cims@kre.hu)

Thank you for your support and prayerful concern. As we enter the Advent and Christmas season may I wish you moments of quiet reflection and prayer in preparation, and many blessings with your family and friends.

Yours sincerely in Christ,



Anne-Marie Kool


Anne-Marie Kool was seconded by the Reformed Mission League in the Protestant Church in the Netherlands (GZB) in 1993 to the Reformed Church in Hungary, with the assignment to establish the Protestant Institute for Mission Studies (PMTI) in Budapest. On 1 September 2006 she was appointed at the Karoli Gaspar Reformed University as Professor of Missiology and director of the Central and Eastern European Institute for Mission Studies. She is also actively involved in the Reformed Church in the high-rise residential area where she lives (Gazdagret, Budapest).

Great news!
If you would like to support the ministry of the Central and Eastern European Institute for Mission Studies of the Karoli Gaspar Reformed University (KRE) you may send your tax-deductible gifts to:

I.D.E.A Ministries, 4595 Broadmoor—Suite 237, Grand Rapids, MI 49512, USA. We are pleased to inform you that we are now able to process online donations (for U.S. residents). Please visit our website http://www.ideaministries.org/, and click on the “donate to IDEA’ link for your supporters they would go to “OTHER” and type in the comments box “KRE/CIMS”.

If you have any questions please call Robin Skestone at the Idea Ministries Grand Rapids office (tel. 616.698.8393).

Please indicate that this donation is for the KRE/CIMS, otherwise we will not receive your contribution. Please also add the designation of your donation.

The Karoli Gaspar Reformed University / CIMS,
Kalvin ter 7.II,
P.O. Box 73,
1461 Budapest, Hungary.
Tel. +36 1 2162054, ext. 101.
E-mail: amkool@kre.hu or amkool@t-online.hu.

Kool Nieuws van de Károli -- 4

Budapest, 17 november 2007.


Aan de Herv. Gemeenten te
Houten en te Oud-Alblas
Beste vrienden en familie!

Ter afsluiting van mijn laatste lezing in Princeton liet ik een afbeelding zien van het schilderij van Rembrandt van de verloren zoon. Een Ghanese predikant, Attah, die alle lezingen over zending in Midden- en Oosteuropa had bijgewoond stelde een indringende vraag: “Ik krijg de indruk dat er vele verloren zonen en dochters in dit gebied zijn. In hoeverre zijn de kerken in staat om ze te helpen de weg terug te vinden naar de Vader?” In mijn antwoord riep ik de kerken van Afrika op om hun zendingswerk in Europa serieus te nemen, en kerken in Europa te laten delen in hun geestkracht en geestelijke vitaliteit. Vaak heb ik teruggedacht aan deze indringende vraag.

Toenemende openheid (1)
Na de kerkdienst van vorige week zondag kwamen Orsolya en Zoltán op de koffie. Ze waren verbaasd van wat ze zojuist hadden meegemaakt. “Mensen spraken ons aan, en waren in ons geintereseerd. Zoiets hebben we nog nooit meegemaakt. In de preek ging het over ons. En wat een mooie liederen! We komen zeker weer!” Ze waren er voor het eerst. Orsolya had de laatste jaren van haar middelbare schooltijd in Amerika doorgebracht en was daar in het gastgezin tot geloof gekomen. Via een gezamenlijke vriendin uit Grand Rapids was ik met hen in kontakt gekomen. Ze waren beiden opgegroeid in wat ze noemden in een typisch hongaars gezin met overmatig drankgebruik en scheiding. Zoltán was al enige tijd vol interesse de bijbel aan het lezen. In september trok een grote maaltijd in de kerk voor geinteresseerden uit de wijk meer dan 85 mensen. Bijna de helft neemt nu deel aan de Alpha cursus. De voorafgaande weken kwam het thema gastvrijheid en openheid expliciet aan de orde in de preek: “Wij wijzen vaak mensen af die anderszijn, maar de Here accepteert hen. Daarom zijn wij ook daartoe geroepen.” Het valt me op dat de openheid voor het Evangelie de afgelopen tijd sterk is gegroeid.

Enkele weken geleden had ik een heel open gesprek met een gepensioneerde joodse hoogleraar, Gyöngyi, die haar hele leven bewust als atheiste geleefd had. Via mijn vrienden Gabor en Kati had ik haar vorig jaar kerst voor het eerst ontmoet. Ze had te horen gekregen ongeneeselijk ziek te zijn en, bang om te sterven, had Kati gevraagd of ik eens langs wilde komen. Ze was erg op zoek. Er was openheid om uit de bijbel te lezen en samen te bidden.

Openheid in de universiteit (2)
Eenzelfde openheid merk ik sterk bij studenten en kollega’s van de Karoli universiteit. Zo’n 25% zijn min of meer kerkelijk meelevend, in die zin weerspiegelt de universiteit de situatie in kerk en maatschappij in Hongarije. Via een centraal landelijk aanmeldingssysteem worden de studenten toegelaten, er kunnen dus geen aparte eisen gesteld worden aan hun christelijke identiteit of kerkelijke afkomst. Aangezien de kollegeruimtes van het Zendingsinstituut nu ook intensief gebruikt worden door studenten van andere faculteiten, zijn er vele spontane ontmoetingen en gesprekken. Pas raakte ik in gesprek met János Wimmer, een student geschiedenis. “Weet je dat je dezelfde naam hebt als een predikant die in de 19e eeuw heel aktief was in het zendingswerk?” Hij zou graag een college zendingsgeschiedenis volgen. Net als destijds in 1987 raak ik zo weer betrokken bij het evangelisatiewerk onder studenten.

Open deuren
De afgelopen maanden is een ware ontdekkingstocht geweest uit te vinden wat zijn de konkrete mogelijkheden zijn om binnen de verschillende faculteiten kolleges te gaan geven. Waar ligt de interesse van de studenten? Met wie is er samen te werken? Een ding is duidelijk: er zijn meer open deuren dan ik had gedacht: niet alleen voor het geven van kollege’s aan de Faculteit Godgeleerdheid, maar ook aan de Letterenfaculteit, aan de vakgroepen Nederlands en Engels, en aan de vakgroep Godsdienstwetenschap.

Ontmoetingsplaats

Vooral de bibliotheek lijkt een prominente rol te kunnen vervullen niet alleen als studieruimte, maar vooral ook als informele ontmoetingsplaats. We hopen daartoe de keukenruimte om te toveren tot een gezellig koffiehoekje. Helpt u mee dit te verwerkelijken door ondersteuning van het werk van het CIMS?

Toekomstvisie?!

Het Calvijn plein lijkt in veel opzichten de kerkelijke en politieke situatie van dit moment te weerspiegelen. De werkzaamheden voor de bouw van de 4de metrolijn blokkeren een vlotte doorstroom van het verkeer door de binnenstad. Het is een diepe, lawaaierige werkput, die goede communicatie bemoeilijkt. Het valt niet mee er je weg te vinden. Volgens berichten duurt dit nog zeker twee jaar... Er is een groot geloof en veel visie voor nodig je te kunnen voorstellen dat er in 2011 werkelijk een 4de metrolijn zal lopen die de vervoersproblemen zal oplossen (http://www.metro4.hu/milyenlesz.php).

Het gebrek aan toekomstvisie lijkt de hele maatschappij te verlammen. Er heerst een sfeer van apathie, moedeloosheid en hopeloosheid. Prijzen stijgen, de inflatie neemt toe, het nivo van de gezondheidszorg zakt schrikbarend. Het lijkt soms wel of de onderlinge communicatie kanalen totaal zijn dichtgeslibt door een diep gevoel van onderling wantrouwen. Heel recent werden we in de kerk opgeschrikt door twee schrijnende gevallen van zelfdoding door twee jonge predikanten. Een andere jonge predikant liet zijn vrouw en vier kinderen in de steek.

Ook hoor je in toenemende mate geluiden dat de enige weg voor Hongarije uit deze malaise is het versterken van en het je terugtrekken op de eigen Hongaarse cultuur. Vorige week verwoordde een student het als: “wij leren van jongsaf dat we moeten neerzien op omliggende volken, dat zij tweederangs zijn, en dat onze Hongaarse cultuur onaantastbaar is. Nu ontdek ik door dit college dat God alle volkeren liefheeft, en dat het niet juist is zo uitsluitend op onze eigen cultuur gericht te zijn. We kunnen en moeten ook open zijn voor anderen.” Het viel de afgelopen week op een zendingsconferentie voor Midden- en Oosteuropa op dat in vergelijking tot de omliggende landen de Hongaarse kerken veel minder een visie hebben voor zending onder andere culturen en ook veel minder aktiviteiten ontplooien. Er is een diepe weerstand, ook in de kerken, om open te zijn voor de Roma, dat bleek ook recentelijk weer in voorbereiding op de wereldconferentie voor missiologen die in Augustus in Hongarije wordt gehouden.

Tijdens een weekopening hield de rector van de universiteit, Dr. Ferenc Szűcs ons voor dat de enige uitweg in deze chaotische en verwarrende tijd, met vele problemen en conflicten is: „Geen paniek, Jezus leeft!” Het lijkt er inderdaad op dat deze moeilijke situatie mensen dwingt om over vragen van geloof na te denken. Maar de vraag van Attah, in hoeverre zijn de kerken in staat om ze te helpen de weg terug te vinden naar de Vader, komt vaak in me boven. Meer en meer blijkt, dat vragen waar Hongarije mee worstelt ook in andere landen voorkomen, m.n. de vraag hoe een waardering en respect voor eigen cultuur te combineren met een openheid en waardering voor andere culturen.

(Oud-)studenten vertellen...
Regelmatig loop ik oud-studenten tegen het lijf. Afgelopen week ontmoette ik Angelika. In 1995 en de jaren daarna volgde ze colleges missiologie. Samen met haar man heeft ze enkele jaren zendingswerk in India gedaan. Nu coordineren ze het werk van een international zendingsorganisatie in Hongarije. Ook Janet was er, die vorig jaar haar postdoktorale opleiding afsloot. Via een stage in het kader van haar studie was ze in contact gekomen met enkele meisjes uit Mongolie die in Hongarije wonen. Ondertussen is er een Mongoolse gemeente ontstaan en is er een verlangen gegroeid bij enkele jongeren om zelf als zendingswerker uitgezonden te worden. Het is geweldig te zien hoe Janet hen als een mentor helpt. Er is een enorme behoefte aan toerusting en training. Ook is Janet betrokken bij het college communicatie in andere culturen aan de Károli. Emőke kwam ik in Princeton tegen. Afkomstig uit Servie, studeerde ze in Pápa en liep stage o.a. in Rotterdam. Daar werd ze uitgedaagd uit haar “Hongaarse” wereld te stappen, en realiseerde ze wat een verrijking dat is. Nu is ze in Princeton betrokken bij het bureau internationale zaken van het Seminarie, verantwoordelijk voor het versterken van de contacten met amerikaanse en buitenlandse studenten. Een andere student uit Pápa, Krisztián, komt iedere week een dag vrijwilligerswerk doen in het zendingsinstituut. Nóra, ook uit Papa, is aktief betrokken bij een netwerk voor predikanten aktief in stadszending. Gábor was op uitnodiging van László betrokken bij een vakantiebijbelclub in zijn gemeente, met kinderen uit een achterstandswijk. Beiden sloten in juni hun postdoktorale programma af. Met kerst is er een vervolg. In september was ik op bezoek in de gemeente van Szerena, die deelneemt aan het PhD programma, bij het in gebruik nemen van de opgeknapte pastorie. Drie weken lang had iedereen de handen uit de mouwen gestoken, en waren kosten nog moeiten gespaart. “Ze waardeert wat we doen, daarom werken we zo graag mee”. De gemeente is de afgelopen jaren heel sterk gegroeid. “Er is grote verbazing in het dorp dat er zoveel verschillende mensen bij de gemeente horen.” 1 Kor. 12 in praktijk!


Fundamenten leggen...
De afgelopen maanden lag het accent van mijn werk, naast het college geven en begeleiden vooral op het voorwaarden scheppend bezig zijn. Het fotokopieerapparaat heeft het na 14 jaar trouwe dienst begeven (5000 USD). Verder is het computernetwerk is aan een update en uitbreiding toe, door een intensiever gebruik van de bibliotheek (3500 USD). Ook het inrichten van de coffee corner vereist een investering (Totaal 2500 USD). Dit is wat dit jaar nog nodig is.

Zoals jullie weten is de bijdrage van de universiteit aan het instituut zeer beperkt, en zijn we vooral op externe financiele bronnen aangewezen. We zijn bezig met het opzetten van programma’s die duurzaam zijn, zoals het Master of Theology programma in samenwerking met de Universiteit van Zuid-Afrika. Ook kortere cursussen en programma’s staan op stapel, gericht op de missionaire toerusting van de gemeente en de training van zendingswerkers. Vooral de training van de trainers is nodig! Er is een fonds opgericht, waaruit studenten studiebeurzen kunnen aan vragen (20000 USD nodig). Ook predikanten uit Midden- en Oosteuropa die voor een studieverlof van enkele weken willen komen kunnen uit dit fonds ondersteuning aanvragen. Wilt u dit fonds ondersteunen?

U begrijpt dat het niet eenvoudig is om lange termijn plannen te maken als je niet weet hoe de financien zich ontwikkelen. Mogen we u daarom vragen om een toezegging te doen met welk bedrag u het instituut het komende jaar wilt ondersteunen?

Uw kerstgift zien we met dankbaarheid tegemoet.

Plannen voor de komende maanden
Naast het afronden van colleges in dit semester en het voorbereiden van het komende semester ben ik intensief betrokken bij drie PhD studenten die de komende maanden hun dissertatie af te ronden: László Gonda, Dorottya Nagy en Randy Robertson.

· 23-25 november 2007: spreken op de conferentie voor predikanten en gemeenten in stadswijken
· 25-29 november 2007: bezoek Prof. Dr. Klippies Kritzinger (Zuid-Afrika) aan de KRE-CIMS (lezingen, onderhandelingen over samenwerking in Master of Theology programma.
· 10-12 december 2007: bezoek aan theol. Opleidingen in Polen en Tsjechie.
· 14 december 2007 – 4 januari 2008: verlof in Nederland.
· 19 – 30 januari 2008: Studiedagen en Bestuursvergadering van de International Association for Mission Studies in Los Angeles, USA.
· 9 febr. 2008: Gemeentencontacten dag (voor info cims@kre.hu)
· 4 maart 2008: Inaugurele rede aan de Károli Ref. Universiteit (info: cims@kre.hu)

Dank voor jullie aller meeleven. Van harte bid ik jullie allen een goede adventstijd toe. En: tot spoedig ziens!

In Christus verbonden,



Anne-Marie Kool

Saturday, September 29, 2007

Om een protestantse tegencultuur in Polen - RD 29/9/07

Om een protestantse tegencultuur in Polen
27-09-2007 10:54 gewijzigd 27-09-2007 10:55 K. van der Zwaag

Dr. Wojciech Szczerba, rector van de Evangelical School of Theology in het Poolse Wroclaw.
Hij maakt een gedreven en energieke indruk. Noch zijn uiterlijk, noch zijn vloeiende Engels wekt de suggestie dat hij een Pool is. Als rector van de Evangelical School of Theology (EST) in het Poolse Wroclaw zet dr. Wojciech Szczerba zich in om de Bijbelse boodschap en het protestantisme te verspreiden in het rooms-katholieke Polen. „We zijn overtuigd protestants, maar hechten aan een goede verstandhouding met de Rooms-Katholieke Kerk, al was het alleen maar om karikaturen de wereld uit te helpen.”

De eerste aanzet voor de EST lag halverwege de jaren tachtig in de vorige eeuw. „De opleiding was de eerste in haar soort binnen de evangelische beweging, ook het eerste theologisch seminarie dat na de val van het communisme in de jaren tachtig werd opgericht. Het seminarie was een waagstuk, omdat de economische situatie penibel en het wetenschappelijk peil van veel scholen laag was.”

Op 1 oktober 1990 opende de school, oorspronkelijk Biblical Theological Seminary geheten, de deuren voor achttien studenten. De grondslag was Bijbelgetrouw en orthodox, zoals onder meer blijkt uit de opvatting van de Bijbel als het geïnspireerde Woord van God, de zondeval en de enige redding in Jezus Christus, de opstanding van de gelovigen tot het eeuwige leven en de eeuwige ondergang van de ongelovigen.
Meer dan 400 studenten hebben inmiddels hun opleiding aan de EST gevolgd. De opleiding biedt gelegenheid tot het behalen van de bachelortitel. „Polen is streng in het geven van accreditatie voor de masteropleiding”, zegt dr. Szczerba, „en vraagt daarvoor minimaal vier hoogleraren.” Momenteel volgen 105 studenten de opleiding.

De EST heeft vorig jaar een partnerovereenkomst gesloten met de Evangelische Theologische Faculteit (ETF) in Heverlee, waar dr. Szczerba deze maand aanwezig was tijdens de jaarlijkse doctoraatsweek. Szczerba benadrukt het belang van een partnerschap met opleidingen in het buitenland. „We hebben een breed Europees perspectief nodig. Poolse evangelicalen zijn soms erg op Amerika gericht, waar ik op zich geen bezwaar tegen heb, maar de Poolse situatie is anders en vergt een eigen benadering.”

Overtuigd rooms
Polen is een rooms-katholiek land. Tussen de 93 en de 97 procent van de bevolking rekent zich tot de Rooms-Katholieke Kerk. Van hen is tussen de 60 en 65 procent actief bij de kerk betrokken.
„Aan de roomse seminaries bevinden zich nu 6000 studenten. Dat is een indrukwekkend aantal. Het geeft aan dat het katholicisme nog steeds erg belangrijk is voor de overgrote meerderheid van de Poolse bevolking. Deze vorm van homogeniteit brengt echter ook met zich mee dat Polen weinig weten over andere godsdiensten en kerkelijke tradities. Zelfs priesters en seminariestudenten hebben nauwelijks kennis van de protestantse leer. Hun kennis blijft beperkt tot algemene ideeën dat protestanten het gezag van de paus niet onderschrijven, Maria niet vereren en dat priesters niet mogen trouwen.”

De officiële relatie tussen rooms-katholieke en protestantse leiders verloopt goed. „Op een lager niveau liggen situaties moeilijker, bijvoorbeeld wanneer protestantse en evangelische gemeenten zich bezighouden met zending en evangelisatie. Dan worden zij gekritiseerd en beschouwd als sekten of gevaarlijke organisaties.”
Na de val van het communisme leek het Poolse katholicisme zwakker te worden. „Maar Johannes Paulus II zorgde er in Polen voor dat velen terugkeerden tot de Rooms-Katholieke Kerk. Mensen bleken ook onzeker te zijn geworden door het kapitalisme en de vrije markt. De Rooms-Katholieke Kerk reageerde hier adequaat op. Zij was en is nog steeds politiek betrokken en ontwikkelt maatschappelijke initiatieven om mensen te helpen. Velen beschouwen de Rooms-Katholieke Kerk als een schuilplaats na de val van het communisme.”

Protestantisme
Het totaalaantal protestanten in Polen wordt op 100.000 geschat, ongeveer 1 procent van de 40 miljoen inwoners. Het is helaas een sterk verdeelde gemeenschap, constateert Szczerba. „Dat is vooral het geval onder evangelischen. De soms erg kleine gemeenschappen werken nauwelijks met elkaar samen. Zij zorgen in Polen niet voor iets wat je een protestants-evangelische cultuur zou kunnen noemen. Er zijn te weinig intellectuelen en er is geen traditie.”
Het is moeilijk om Polen met het Evangelie te bereiken. „Wie Pool is, is katholiek, en wie protestant of evangelisch is, kan moeilijk een Pool zijn, dat is het algemene gevoelen”, zegt Szczerba. „Protestantisme werd vaak verbonden met Duitse invloeden. Een lutheraan is een Duitser, een oosters-orthodoxe een Rus en een rooms-katholiek dus een Pool. Het rooms-katholicisme vormt de kern van de Poolse cultuur en identiteit, zoals die met name gevormd is in de negentiende en de twintigste eeuw. Vaak zijn protestanten en evangelischen bekeerlingen uit de Rooms-Katholieke Kerk, en dat bevordert een goede verstandhouding niet.”

Gelukkig zijn er nu, volgens dr. Szczerba, allerlei vernieuwingsbewegingen actief binnen de Rooms-Katholieke Kerk. „Het betreft bovenkerkelijke bewegingen die mensen van verschillende achtergronden inspireren. Er spelen ook behoorlijk veel plaatselijke initiatieven uit verschillende kerkelijke tradities. In mijn stad ontmoeten de rooms-katholieke kerk, de oosters-orthodoxe kerk, de lutherse kerk en evangelische kerken elkaar regelmatig. Wij hebben gemeenschappelijke gebedsdiensten. Dat geeft hoop voor de jonge generatie, die de situatie in Europa beter kent en meer openstaat voor een oecumenische gezindheid.”

Ook de EST wil een voorbeeld van samenwerking zijn. „In onze opleiding zijn mensen vanuit verschillende achtergronden actief, zoals evangelischen, methodisten, luthersen, gereformeerden en rooms-katholieken. Wij hebben een gezamenlijke geloofsovereenkomst getekend waarop we elkaar kunnen aanspreken. Zo proberen we een getuigenis te geven dat nationalistische en kerkelijke grenzen doorbreekt.”

Dr. Szczerba heeft misverstanden bij de Rooms-Katholieke Kerk willen wegnemen door bijvoorbeeld twee hoogleraren uit deze kerk te benoemen. „Het gaat wel om theologisch minder gevoelige vakken, zoals talen en filosofie, maar het is een signaal naar de Rooms-Katholieke Kerk dat wij haar respecteren. Wij willen een positief alternatief bieden, niet een negatieve reactie op deze kerk. Het gebeurt helaas nogal eens dat evangelische gemeenten Polen als een heidens land beschouwen dat hoognodig beëvangeliseerd moet worden. Hopelijk worden deze praktijken in de toekomst minder.”

Emigratie
Veel Polen zouden graag naar het Westen emigreren. Volgens officiële statistieken zijn de laatste twee jaar 1,3 miljoen mensen uit Polen vertrokken. „Officieuze bronnen spreken zelfs van 2 miljoen. Dat is een reusachtig aantal. Het schijnt dat de grote werkloosheid -nu 11 procent, twee jaar geleden zelfs 18 procent- daar de oorzaak van is. Het tragische is dat de meeste van hen jonge, creatieve mensen zijn, mensen die het land juist nodig heeft.”
Dr. Szczerba betreurt het dat ook veel jongeren uit de protestantse en de evangelische beweging in Polen voor emigratie kiezen „en daarmee de ontwikkeling van de protestantse en de evangelische beweging in Polen hinderen. Hopelijk keren ze door de snelgroeiende economie in Polen terug om in eigen land te investeren.”

De Poolse rector heeft met zijn seminarie het hele land op het oog. „Onze opleiding heeft niet alleen het doel voorgangers in kerken en leiders van christelijke organisaties te vormen, maar ook een protestantse of evangelische tegencultuur te scheppen. Er is grote behoefte aan christelijke waarden in de Poolse samenleving. Er is geen arbeidsethiek, mensen hebben geen idee van verantwoordelijkheid. Veel Polen bedriegen en stelen.”

Er zijn niet alleen kerkleiders nodig, maar ook christelijke advocaten, artsen en politici. „Stukje bij beetje komen er steeds meer beter opgeleide mensen, die kennis hebben genomen van de situatie in het buitenland en die ook christen zijn. Toch zal het nog wel lange tijd duren voordat er een sterke protestantse traditie in Polen is. Wat in de zestiende en de zeventiende eeuw in Polen aan protestantisme heeft bestaan, is nu uitgestorven.”

------------------------Van altaarknaap naar protestants rector
Wojciech Szczerba (36) groeide op in een rooms-katholiek gezin. Hij was altaarknaap en had in gedachten nog eens priester te zullen worden.
Op de middelbare school beleefde hij, wat hij noemt, „een crisis in het geloof.” „Ik had veel existentiële vragen en geen antwoorden. Ik kon mij niet vinden in de antwoorden van de Rooms-Katholieke Kerk, die toentertijd heftig verwikkeld was in de politiek. Ik was niet politiek geïnteresseerd, maar wel bezorgd om mijn leven met God.”
Wojciech vond het antwoord in de protestantse traditie met haar „eenvoudige leer en de nadruk op een nauwe, persoonlijke relatie met God. Het sloot nauw aan bij mijn innerlijk verlangen.”
Szczerba is baptist, afgestudeerd aan de EST en de Christelijke Theologische Academie in Warschau. Hij haalde in 2000 zijn doctorstitel aan de universiteit van Wroclaw op het vakgebied van de patristiek. Hij is nu rector aan de EST en doceert onder meer Nieuwe Testament.

Saturday, July 7, 2007

Kool News of the Károli -- 3

Budapest - 7th July, 2007


Dear Friends and Family,

Surprises

During a study furlough, you of course spend many hours in a library, particularly if it is one like the Speer library of Princeton Theological Seminary (www.ptsem.edu). It is a gold mine for the study projects I was working on. But my time in Princeton went differently from what I had planned. There were surprises in the form of unforgettable meetings with students (especially the mission committee!) and colleagues. Even more special was that the Lord 'put a new song in my mouth', after a journey through the desert during which I had almost completely lost the desire and capacity to sing.
Figure 1 Singing in the Nassau Presbyterian Church choir






It was an unforgettable experience for two months to (learn to) sing (again) in the choir of the local Nassau Presbyterian Church.

Figure 2Attah, Stephen, William, Daniel and Samuel

I also learned a lot of new songs in the prayer meetings with brothers from Ghana and a sister from Korea. And how great it was at Easter to sing Handel's Hallelujah chorus!

The new song is the 'song' of the rediscovery of God's unconditional love and grace in Christ, of redemption from the power of sin and true freedom. 'It is finished.' It is the song of a new trust that God is willing and able to provide for all our needs; the rediscovery that mission ultimately is God's mission. He is the Rock on which we can build entirely. It is the song that Christ has given us His Spirit to support us, to lead us, and to comfort and teach us everything we have received in Christ. These are old songs, which suddenly light up and become like new. 'God moves in a mysterious way!' Many came to an impromptu farewell party. 'Great is Thy faithfulness, Lord.'


Friends of CIMS

Through the years I got to know many people in the Chicago area (Wheaton) and in Michigan. They continued to faithfully pray through the times of ups and downs and expressed a clear willingness to continue support the Central and Eastern European Institute for Mission Studies (CIMS). It is good to see that new churches are joining the group of Friends of CIMS in Glen Ellyn and Winnetka. As always I was welcomed warmly and felt very much at home. It is such a great privilege to be part of the colourful, worldwide family of Christ and to be upheld by that family.


Back in Hungary

And then after three and a half months in America, to come back home.

Figure 3 Veronika, my mom and "Uncle" Karoly

It was a particularly warm reunion, at the university, and in the Gazdagret Reformed Church: 'they put the flags out'. A few days after my return, an international conference was planned in Papa for those teaching missions and those interested in reflect on the missionary practice from Central and Eastern Europe. For some reason or other, the logistical organisation fell in my lap, study furlough or no. Fortunately we could count completely on a second-year student from Papa, Krisztián. I was so proud of him! The twenty-two participants came from Russia, Ukraine, Poland, Czech Republic, Hungary, America and Australia. The discussions issues related to mission and evangelism in Eastern Europe were very honest and open, and key questions were raised.


Doctorate

It was a special occasion on 12th June, for the first time to act as (second) supervisor at the defence of the PhD dissertation of Rev. Ete Álmos Sipos on the Hungarian mission theologian Gyula Forgács (1879-1941) at the University of Utrecht, the fruit of ten years' diligent work (for the supervisor too!).

Figure 4 Prof. Dr. Jan Jongeneel, Dr. Ete Álmos Sipos and myself

His conclusions are of significant importance for the Reformed Church in Hungary as a missionary church in a post-Communist era and for the teaching and the research of missiology in Central and Eastern Europe. In the previous month Rev. Sipos turned seventy; he has eleven children and twenty-eight grandchildren!


Graduation

Three students of the professional Masters program in missiology graduated in Papa.

Figure 5 Rev. Pluhár, Rev. Szalkay and Rev. Draskóczy
Rev. Gábor Draskóczy defended his thesis about the work of evangelism among Romany children, Rev. Gábor Pluhár wrote about how church structures should be changed in order to be able better to meet the needs of today's youth, and Rev. László Szalkay focussed his study on what it means to be a missionary church. It is no small achievement for them to have completed this program in four years' time along side their full-time work in churches or mission organisations.

Nine students finished their seminary training.

Figure 6 Graduation ceremony in Papa

During their church examinations, the exam board listened with great interest to how they explained missiological questions such as the relationship between mission, witness and dialogue, as well as explaining the need for contextualisation, applying it to their work as pastors in the western part of Hungary.

Farewell to Papa Theological Seminary
At the beginning of this year, it had become very clear that my work in Papa as professor of missiology could not be combined with my new appointment at the Károli University.

Figure 7Farewell from students in Papa

After nine years, I decided to resign from my position at Papa as of 1st August next, in order to be able to concentrate completely on the unique challenges of the Central and Eastern European Institute for Mission Studies (CIMS) at the Károli. Let me share a few! And so to prayer...

Praise and prayer


1. Give thanks for the study furlough and the time of personal renewal at Princeton. Give thanks for the many valuable meetings and new friendships, especially with students and colleagues from non-Western backgrounds!

2. Give thanks for open doors to contribute to strengthening the Christian identity of the Karoli Reformed university with four thousand students. Please pray for the plans to develop formal and non-formal programs like lunchtime lectures, and for the numerous opportunities of (in)formal meetings with staff and students.
3. Give thanks for the possibilities to teach courses in missiology to students from all departments, and so to help train them to be witnesses of Jesus Christ in church and society.

4. Pray for wisdom in setting priorities (very necessary!), in order to enable the CIMS to be salt, light and yeast in the KRE university. “Lord, what do you want us to do?” The central location and the library are extremely suitable for making it into a meeting place, and an international learning community including for those from other Central and Eastern European countries come for a study leave.

5. Pray for the upcoming courses and the students of the new PhD programme and thank God for the unique opportunity of the formation for mission of future leaders of the church Pray for the supervision of PhD students and the development of a new Master's programme.

6. Pray for the necessary financial means to have the library up and running again, for scholarships and for the development of new programs. The university is able to contribute financially in very limited ways to the new Institute. Pray for a spirit of sacrificial giving among the Friends of CIMS!

7. Give thanks for the sacrifical voluntary help of Mrs. Mineke Hardeman in setting up the organisational side of the CIMS. Pray for volunteers in establishing a circle of Friends of the CIMS, in developing a web site, in formatting and editing English texts (like this newsletter) and for a couple to serve as a host family (host and hostess) for a period of half a year to a year.


Thank you all for your love and support. It was good to meet many of you in May and together to worship our Lord! I pray that you will all have a restful holiday season, in which you too can learn a 'new song'.

Yours sincerely in Christ,

Anne-Marie Kool

Anne-Marie Kool was seconded by the Reformed Mission League in the Protestant Church in the Netherlands (GZB) in 1993 to the Reformed Church in Hungary, with the assignment to establish the Protestant Institute for Mission Studies (PMTI) in Budapest. In 1998, she was appointed as a professor of missiology at the Reformed Theological Academy in Papa, and from 1 September 2006 at the Gaspar Karoli Reformed University as Professor of Missiology and director of the Central and Eastern European Institute for Mission Studies. She is also actively involved in the Reformed Church in the high-rise residential area where she lives (Gazdagret, Budapest).

Great news!
If you would like to support the ministry of the Central and Eastern European Institute for Mission Studies of the Karoli Gaspar Reformed University (KRE) you may send your tax-deductible gifts to:

I.D.E.A Ministries, 4595 Broadmoor—Suite 237, Grand Rapids, MI 49512, USA. We are pleased to inform you that we are now able to process online donations (for U.S. residents). Please visit our website http://www.ideaministries.org/, and click on the “donate to IDEA’ link for your supporters they would go to “OTHER” and type in the comments box KRE/CIMS.

If you have any questions please call Robin Skestone at the Idea Ministries Grand Rapids office (tel. 616.698.8393).

Please indicate that this donation is for the KRE/CIMS, otherwise we will not receive your contribution. Please also add the designation of your donation.

The Karoli Gaspar Reformed University / CIMS,
Kalvin ter 7.II,
P.O. Box 73,
1461 Budapest, Hungary.
Tel. +36 1 2162054.
E-mail: amkool@kre.hu or amkool@t-online.hu.

Kool Nieuws van de Károli -- 3

Budapest, 7 juli 2007.


Aan de Herv. Gemeenten te
Houten en te Oud-Alblas
Geliefde vrienden en familie!



Verrassingen
Natuurlijk breng je tijdens je studieverlof vele uren door in een bibliotheek, vooral als dat er een is als de Speer bibliotheek van het Princeton Theological Seminary (www.ptsem.edu). Het is een goudmijn voor de studie projekten waar ik mee bezig was. Maar mijn tijd in Princeton verliep anders dan ik had gepland. Verrassingen kwamen in de vorm van onvergetelijke ontmoetingen met studenten zoals met de zendingscommissie van het seminary, en met collega’s, maar vooral ook dat “de Here mij een nieuw lied in de mond gaf”, na een woestijntijd waarin de lust tot zingen mij bijna geheel vergaan was. Het was een onvergetelijke ervaring om twee maanden lang in het koor van de plaatselijke presbyteriaanse Nassau kerk (weer) te (leren) zingen. Ook leerde ik vele nieuwe liederen in de bidstonden met broeders uit Ghana en een zuster uit Korea.
En wat was het geweldig om met Pasen het Halleluja koor van Handel te zingen!

Het nieuwe lied is het “lied” van de herontdekking van God’s onvoorwaardelijke liefde en genade in Christus, van verlossing van de macht van de zonde en echte vrijheid. “Het is volbracht”. Het is het lied van een nieuw vertrouwen, dat God in al onze noden kan en wil voorzien; de herontdekking dat zending uiteindelijk God’s zending is. Hij is de Rots waar we volkomen op kunnen bouwen. Het is het lied, dat Christus ons Zijn Geest gegeven heeft om ons te ondersteunen, te leiden, en te troosten en ons alles te leren wat we in Christus hebben ontvangen. Het zijn oude liederen, die ineens weer oplichtten en als nieuw werden. “God gaat Zijn ongekende gang!” Velen kwamen naar een spontaan afscheidsfeest. “Groot is Uw trouw, o Heer.”

Vrienden van CIMS
Al jarenlang heb ik veel kontakten in de buurt van Chicago en in Michigan. Het was goed te merken hoe trouw deze vriendenkring meeleeft met het wel en wee van het Zendingsinstituut, en dat er zich steeds weer nieuwe gemeenten bij aansluiten. Het geeft altijd weer een sterk gevoel van herkenning bij hen te zijn. Het is een groot voorrecht deel uit te maken van de veelkleurige, wereldwijde familie van Christus en je door die familie gedragen te weten.

Terug in Hongarije
En dan kom je na drie en een halve maand Amerika weer thuis. Het was een bijzonder warm weerzien, op de universiteit, en in de Gazdagret gemeente: “de bloemetjes werden buitengezet”. Enkele dagen na mijn aankomst was een internationale konferentie gepland in Papa voor missiologen uit Midden- en Oosteuropa. Om de een of andere reden kwam de logistieke voorbereiding (weer) op mijn bordje terecht, studieverlof of niet. Gelukkig konden we volledig rekenen op een tweedejaars student uit Papa, Krisztián. Wat was ik trots op hem! De 22 deelnemers kwamen uit Rusland, Ukraine, Polen, Tsjechie, Hongarije, Amerika en Australie. De discussies nav de lezingen waren bijzonder open, en kernvragen van zending en evangelisatie in Oosteuropa kwamen aan de orde.

Promotie
Het was een bijzondere gebeurtenis om op 12 juni voor de eerste keer op te treden als (tweede) promotor. Ds. Ete Álmos Sipos verdedigde zijn dissertatie over de hongaarse zendingtheoloog Gyula Forgács aan de Universiteit van Utrecht, vrucht van tien jaar noeste arbeid (ook voor de promotor!). Zijn conclusies zijn van belang voor het missionair gemeente zijn van de Hervormde Kerk in Hongarije in een post-Communistisch tijdperk en voor het onderwijs en het onderzoek van de missiologie in Midden- en Oosteuropa. Ds. Sipos was een maand eerder 70 geworden, heeft 11 kinderen en 28 kleinkinderen!

Afstuderen
Ook drie studenten van de postdoktorale opleiding missiologie studeerden af in Pápa. Ds. Gábor Draskóczy verdedigde zijn scriptie over evangelisatiewerk onder zigeunerkinderen, Ds. Gábor Pluhár schreef over hoe de kerkelijke strukturen zouden moeten veranderen om de jongeren van vandaag beter op te kunnen vangen, en Ds. László Szalkay richtte zich in zijn studie op wat het betekent missionaire gemeente te zijn. Het is ook voor hen geen geringe prestatie om in vier jaar tijd naast hun full-time werk in gemeente of zendingsorganisatie deze opleiding af te ronden.
Verder rondden negen studenten hun predikantenopleiding af. Tijdens hun kerkelijke examens luisterde de examencommissie met grote interesse toe hoe zij missiologische vragen als de verhouding zending, getuigenis en dialoog, alsmede van kontextualisatie uiteenzetten ook met het oog op hun werk als predikant in het westelijk deel van Hongarije. “Jammer dat wij nooit missiologie hebben gehad”, hoorde ik veelvuldig zeggen.

Afscheid van PRTA
Aan het begin van dit jaar was het heel duidelijk geworden dat mijn werk in Pápa als hoogleraar missiologie niet verenigbaar was met mijn nieuwe benoeming aan de Karoli Universiteit. Na 9 jaar besloot ik mijn funktie in Papa per 1 augustus a.s. neer te leggen, om me zo geheel te kunnen richten op de nieuwe uitdagingen van het Central and Eastern European Institute for Mission Studies (CIMS) aan de Károli. En die zijn niet gering. Graag deel ik enkele van deze uitdagingen met jullie. And so to prayer...



Dankt en bidt
1. Dankt voor het studieverlof en de tijd van persoonlijke vernieuwing in Princeton. Dankt voor de vele waardevolle ontmoetingen en nieuwe vriendschappen, m.n. met studenten en docenten van niet-Westerse komaf!
2. Dankt voor de open deuren om middels het CIMS een bijdrage te leveren aan de versterking van de christelijke identiteit van een universiteit met 4000 studenten. Bidt voor de plannen om lunch lezingen te starten, voor de vele mogelijkheden tot (in) formele ontmoeting met staf en studenten.
3. Dankt voor de mogelijkheden om studenten van in principe alle faculteiten colleges missiologie te geven, en daarmee een bijdrage te leveren aan hun toerusting tot getuige zijn van Jezus Christus in kerk en maatschappij.
4. Bidt voor wijsheid in het stellen van prioriteiten (erg nodig!), om het CIMS te laten zijn tot een zoutend zout in de KRE universiteit. De centrale locatie en de bibliotheek zijn uitstekend geschikt het te laten uitgroeien tot een ontmoetingsplaats, een learning community, ook voor hen die van elders voor een korter of langer studieverlof komen.
5. Bidt voor de colleges van het komende half jaar in het nieuwe PhD programma, alsmede aan de jongere jaars theologiestudenten. Ook voor de begeleiding van PhD studenten en voor de ontwikkeling van een nieuw Masters programma.
6. Bidt voor de benodigde financiele middelen om de bibliotheek weer te laten functioneren, voor scholarships en voor het ontwikkelen van nieuwe programma’s. Wonderen zijn nodig!
7. Dankt voor de hulp bij het opzetten van de organisatorische kant van het CIMS. Bidt voor vrijwilligers bij het opzetten van een vriendenkring van het CIMS, voor het ontwikkelen van een website en voor een echtpaar om als gastfamilie (gastheer- en vrouw) te dienen.

Dank voor jullie aller meeleven. Het was goed in juni in jullie midden te zijn en samen God’s lof te mogen zingen! Van harte bid ik jullie allen een goede vakantietijd toe, waarin ook “nieuwe liederen” mogen leren.

In Christus verbonden,


Anne-Marie Kool

Tuesday, June 12, 2007

Laudatio Dr. Ete Álmos Sipos

Laudatio Dr. Ete Álmos Sipos
Universitat Utrecht
12 juni 2007

Sehr Geehrter Dr. Sipos

Vor mehr wie fünfzig Jahren haben sie ihren Theologie Studium angefangen, in 1955, im „Kalvinistischen Rome”, in Debrecen, an die Reformierten Theologischen Akademie. Nach zwei Semester in Debrecen verfolgten sie ihren Studium in Budapest. Damahls war es einen Zeit von politischen und kirchlichen Frühling, aber bald schlosszen die Türe sich dann wieder, auch offiziel für die Arbeit der Mission and Evangelisation.  Einige von Ihre Professoren waren auch in die Niederlanden sehr Bekannt wie die alttestamentler László Pap, und Kálmán Tóth und die dogmatiker István Török.

Formell haben sie wahrend ihre Studien niemahls Missionswissenschaftlichen Kurzen angehört. Gerade wegen die kirchliche und staatliche Zensur war es Sie nicht Moglich gewesen zu publizieren. Seit 1975 haben sie für viele Jahren in die Jugendevangelisation mitgearbeitet. Diese unoffizielle Missionsarbeit und ihre Erfahrungen von vor die Kommunistische Zeit motivierten Sie dazu dasz sie in 1998 sie sich bei mir meldeten mit dem Bitte um in wissenschaftliche Sinne sich weiter mit den Mission auseinander zusetzen im Rahmen eine Doktorstudium.

In Ungarn gab es damahls noch keine Möglichkeit im Fachbereich der Missionswissenschaft einen Doktorarbeit zu machen.  Durch dasz Anbot von meinem Doktorvater und geehrter Kollegen Dr. Jan Jongeneel gab es in Utrecht eine Möglichkeit. Die Niederlanden waren für Sie nich Unbekannt, weil sie in 1948 – 19 49 zehn Monaten dort verblieb, und waehrend ihre Theologie studium 6 semester die hollandische Sprache „sehr fleiszig” studierten mit Prof. Dr. Kálmán Tóth.

Zum ehrsten Mahl haben wir einander Begegnet, wenn ich meinen Untersuchungen machte für meinen Doktorarbiet über die Geschichte der ungarische Auszeren Mission.  Ihre Interesse und aktive Bemühungen im Bereich Inneren Missions motivierte mir dann dazu Sie das Tema zur Forschung für Doktorarbeit Gyula Forgács anzubefehlen, der einen groszen Einflusz ausübte in die Reformierten Kirche Ungarns zwischen die zwei Weltkriegen wie einen Tur vor internationale Missions Einflusze zu Ungarn und ihre Verarbeitung und Kontextualisierung. Gleichzeitig gibt seinen Arbeit und Leben einen interessanten Einblick ins lokalen und nationalen kirchlichen Lebens der ungarische protestantische Kirchen.

Von  Anfang ab  haben sie Ihre Doktorarbiet ganz ernst genommen. Sie wahren immer da, wenn wir im Protestantische Missions Institut zweimahl pro Jahr die zwei oder dreitagliche Missionswissenschaftliche Arbeitsgemeinschafts Tagungen organisierten. Am Anfang nahmen nur Ungarn teil, aber im laufen der Jahren auch Teilnehmer aus Rumanien, Polen, Serbien, Tsechien, Ukraina und andere Mitten- und Osteuropaesche Lander teil. Sie kamen aus verschiedenen Kirchen, und representierten verschiedene Teologische und Missiologische Standpunkten. Im laufen der Jahren engagierten Sie sich mehr und mehr Aktiv und Offen in diese Diskussionen. Im Anfang hatten wir uns noch gewohnen muszen an diese vielfalt von Meinungen. Aber wir entdeckten dasz es mehr ist was uns zusammen halt, dann dasz was uns scheidet.  Forgács war darin ein Vorbild, wie mann reformierte, kalvinistische konfessionelle Treuheid in kreative Spannung halt mit interkonfessionelle Offenheit.

Nebenher waren sie Pfarrer einen Reformierter Gemeinde in Budapest, Mitglied der Reformierte Synode, Begründer und Allgemein Sekretar der Bibel Bund, der Biblia Szövetség, eine konfessionelle Verein in die Protestantische Kirchen in Ungarn, und Vater 11 Kinder. Es wahr eine interessante Entdeckung für Sie, das im laufen ihren Forschungen sie Entdeckten das der heutige Sitz des Bibelbundes in Pécel dereinst das erste Gemeindehaus des Landes war und das Forgács dieses bauen liesz.  

Wahrend ihrer Studium haben sie mit Durchhaltung und Disciplin gearbeitet. Dafür habe ich viel Bewunderung. Das vielfaltiges Quellenmaterial zeicht dasz sehr deutlich. Auch für mich gab es viel neues.  Leider ist dieses Reichtum an Quellen nicht vollig genutzt: es hatte noch ein vielseitigeres Bild geben konnen. Ihre Durchhaltung war auch klar wenn ich  Sie einige oder viele Seiten mit Bemerkungen schickte mit Bezug auf die Kapiteln die sie mir zu lesen gegeben haben. Sie waren immer offen die Fragen von einen anderen Sicht her zu durchdenken, oder weiter zu fuhren, auch wenn es manchmal viele Wochen oder Monate Arbeit im Studien zimmer bedeutete.
Diese Dissertation is wichtig fur die ungarische Reformierte Kirchen in ihre Suche wasz es bedeutet eine missionarisches Gemeinde zu sein in eine Ubergangssituation von eine Volkskirchliche, Altes Christentum Struktur zu einer Post Christentum Situation. Forgács positioniert Mission in die Gemeinde, und versucht eine bekennende Kirche zu grunden innerhalb die volkskirchliche Strukturen. Forgács’ Gemeindeaufbau Program in Pécel hat zum Ziel dasz kirchlichen leben zu reformieren durch die Grundung einer Mustergemeinde.  Darin versucht Forgács „globale” Einflusze von Schotland, die Niederlande, und Deutschland zu verbinden und zu kontextualisieren mit die „lokale”, ungarische Situation. Leider ist dieses Element von Verwendung von auslandische Einflusze nicht so klar betont worden.

Was sie klar betont haben, ist dasz es ist sehr wichtig dasz in dieses Bestreben die theologische Reflektierung und die missionarische Spiritualitat am wichtigsten sind. In einen Zeit worin business Modelle und management unsere Ekklesiologie Bestimmen, und manches wasz passiert in unsere Kirchen von Geldwerbungsprojekten motiviert ist, ist diese Dissertation eine wichtige Korrektion. Forgács war dazu sehr Aktiv in die Schottischen Mission unter die Juden. Noch immer ist die Verhaltnis von der christliche Kirche zum Joden eine sehr sensible und Taboo Frage in Ungarn.   Diese Frage von Judenmission ist nur ganz kurz Erwahnt worden. Ich hoffe dasz es bald einen ungarischen Ubersetzung von diese Dissertation geben wird, und mochte gerne die Missionswissenschaftliche Reihe von das MissionsInstitute der Karoli Universitat anbefehlen.

Dr. Sipos, jetzt fangt ihre Arbeit als Dr an. Im Nachfolge von Forgács könnte dasz eine Art von Profetische Auftrag sein, wobei Sie viel Liebe, Geduld und Gebet brauchen, weil es könnte wie bei Forgács einfach zu Konflikten kommen, wenn sie Mission weiterhin auch ernstnehmen. Wenn Sie noch ein Bestreben hatten Universitats professor zu werden, dann ist dasz nicht mehr moglich, weil Sie seit 1. Juni mit Emeritat gehen muszten wollen. Vor einem Monat sind sie 70 geworden.  Aber auch anderseits können sie noch eine Beitrage geben an die theologische Durchdenkung von Missionsfragen, an die Verstarkung des missionswissenschaftliches Unterricht an die theologische Fakultaten, und anderen Ermutigen die wichtige Fragen von missionarische Ekklesiologie in Ungarn und in Europa zu betonen. In Ungarn gibt es zwa 1.6 millionen Reformierten, aber nur 12-13 % geht regelmaszig in die Kirche.  Dazu ist es wichtig die weltweite Dimension im Auge zu halten, wasz Sie auch in ihren Familien tun mit Gyöngyvér und Edgar’s Missionsarbeit in Ecquador, weil dasz meist lebenskraftige Teil der christliche Kirche im nicht-westlichen Christentum lokalisiert ist. Es gibt viele Kontakte zwischen West und Ost, auch zwischen West und Sud, aber nich ganz wenige zwischen Ost und Sud. Ich hoffe dasz wir viel zusammen arbeiten können im neues Institute für Mission in Mitten und Osteuropa der Karoli Ref. Universat in Budapest.

Zum Schlussz möchte ich gerne die ganze Familie meinen Gluckwunschen und Segenbitten geben, ins besonders deine Frau vor 46 Jahren Sarika, deine 11 Kinder, 6 Sohnen und 3 Töchter sind present, und die viele Enkelkinder.  Gyöngyvér und Edgar Luz aus Ecquador könnten leider nicht hier sein.  

Ich möchte auch noch ihre Vater erwahnen, die vor 90 Jahren geboren ist, und in Princeton seine PhD erworben hat.  

Ich habe gesagt.

Prof. Dr. Anne-Marie Kool
Károli Gáspár Ref. Universitat, Budapest, Ungarn.



Laudáció Dr. Sipos Ete Álmosnak

Laudáció Dr. Sipos Ete Álmosnak, amely témavezetője egyike, Dr. Anne-Marie Kool elmondott az Utrechti Egyetem disztermében, 2007. június 12-án PhD doktori avatás alkalmából.


Tisztelt Dr. Sipos!

Több mint 50 évvel ezelőtt kezdte meg teológiai tanulmányait 1955-ben a „Kálvinista Rómában”, Debrecenben, a Református Teológiai Akadémián. Két félév után Budapesten folytatta tanulmányait. Akkor politikai és egyházi tavasz volt, de hamarosan újra hivatalosan is bezárultak a missziói munka s az evangelizáció kapui.

Professzorai közül néhányan Hollandiában is igen ismertek voltak, mint az Ótestamentummal foglalkozó Pap László, Tóth Kálmán valamint Török István dogmatikus.

Tanulmányai során formálisan sohasem hallgatott missziótudományos előadásokat. Éppen az egyházi és állami cenzúra miatt nem volt lehetősége publikálni. 1975 óta sok éven keresztül segítette az ifjúsági evangelizációs munkát. Ez a nem-hivatalos missziói munka és a kommunizmusról szerzett tapasztalatai indították arra Önt, hogy 1998-ban kérésével felkeressen: PhD program keretében szeretne tudományos szinten alaposan foglalkozni a misszióval.

Magyarországon annak idején még nem volt lehetséges a missziótudomány szakterületén doktori disszertációt készíteni. Témavezetőm és tisztelt kollégám Dr. Jan Jongeneel ajánlatásával Utrechtben kapott erre lehetőséget. Ez a doktorivédés Dr. Jongeneel számára a 30.-a.

Hollandia Önnek nem volt ismeretlen, mivel 1948-tól 1949-ig tíz hónapig ott lakott, valamint teológiai tanulmányai alatt 6 féléven át „nagyon szorgalmasan” tanulta a holland nyelvet Dr. Tóth Kálmán professzornál.

Először akkor találkoztunk, amikor doktori disszertációmhoz végeztem kutatásokat, amely a magyar külmisszió történetéről szólt. Az Ön érdeklődése és fáradozása a belmisszió területén arra indított, hogy doktori disszertációja témájának Forgács Gyulát ajánlottam. Forgács nagy hatást gyakorolt a két világháború között a Magyarországi Református Egyház életére és egyben kaput nyitott a nemzetközi missziós hatásoknak is. Ugyanakkor élete érdekes betekintést nyújt a magyar protestáns egyház helyi és országos életébe.

Elejétől kezdve nagyon komolyan vette doktori munkáját. Mindig jelen volt, mikor évente kétszer missziológiai munkaközösségi konzultációkat rendeztünk a Protestáns Missziói Intézetben, Budapesten.

Az elején csak magyarok vettek ezen részt, de az évek során voltak résztvevők Romániából, Lengyelországból, Szerbiából, Csehországból, Ukrajnából és más közép- és kelet-európai országokból is. Különböző egyházakból jöttek és más-más teológiai és missziológiai álláspontokat képviseltek. Az évek során egyre aktívabban és nyitottabban vett részt a szakmai vitákban. Eleinte még hozzá kellett szoknunk a vélemények sokrétű különbözőségéhez. De felfedeztük, hogy sokkal több az, ami összeköt minket, mint ami elválaszt. Forgács abban volt példakép, hogy hogyan lehet kreatív feszültségben összekapcsolni a kálvinista, református hitvalló hagyományokhoz való hűséget a felekezetközi nyitottsággal.

Ön nem csak egy budapesti református gyülekezet lelkésze, a református zsinat tagja, de a Biblia Szövetség alapítója és főtitkára is.

Nagyon érdekes felfedezés volt az Ön számára, amikor kutatásai során kiderült, hogy a Biblia Szövetség mai székhelye Pécelen annak idején az ország első gyülekezeti háza volt, amelyet épp Forgács építtetett.

Egyetemi tanulmányai során nagy kitartással és fegyelmezettséggel dolgozott. Ezt igen nagyra becsülöm. A sokféle forrásanyag ezt nagyon világosan tükrözi. Ezek közül sok számomra is újdonság volt. A források gazdaságát sajnos nem használta ki teljesen, a kép színesebb lenne, ha a levelezésre nagyobb hangsúlyt fektetett volna. Kitartását bizonyítja az is, hogy amikor a nekem küldött fejezetekre válaszul elküldtem Önnek az ezekkel kapcsolatos sok oldalas megjegyzéseimet, mindig nyitott volt arra, hogy a kérdéseket más oldalról is megvizsgálja, vagy a gondolatmenetet tovább fűzze, akkor is, ha ez újabb munkás heteket vagy hónapokat jelentett az íróasztal mellett.

Ez a disszertáció fontos a Magyarországi Református Egyháznak, abban a keresésben mit is jelent missziói gyülekezetnek lenni a népegyházi, őskeresztényi struktúrából a posztkereszténységbe való átmenet helyzetében.
Forgács a gyülekezetbe helyezi a missziót, és hitvalló egyházat próbál létrehozni a népegyházi struktúrákon belül. Péceli gyülekezetépítési programjának az a célja, hogy egy mintagyülekezet alapításával újítsa meg az egyházi életet. Ebben Forgács összekapcsolja a „globális” skót, holland és német tapasztalatokat és ezt kontextualizálja a lokális magyar helyzetben.

Amit Ön egyértelműen hangsúlyozott, az, hogy ebben a törekvésben a legfontosabb a teológiai megalapozottság és a missziós lelkiség. Egy olyan korban, amikor az üzleti modellek és a management határozza meg ekkleziológiánkat, s abból, ami egyházainkban történik, számos elemet a pénzszerzés motivál, ez a disszertáció meghatározó korrekció. 

Forgács mindemellett meghatározó szerepet játszott a skót misszióban a zsidóság körében. A keresztény egyház és a zsidóság kapcsolata még mindig érzékeny terület és tabutéma Magyarországon. A zsidók körében folytatott misszióról igen kevés szó esik.

Remélem, hamarosan jelenik meg magyarnyelvű fordítása disszertációjának, és szívesen ajánlom a Károli Gáspár Református Egyetem Közép- és Kelet Európai Missziói Tanulmányi Intézete missziótudományos sorozatát.

Dr. Sipos, most kezdődik munkássága mint doktor. Forgács utódaként ez egyfajta profétai megbízatás lehet, ahol sok szeretetre, türelemre, kitartásra és imára lesz szüksége, mert, mint Forgácsnál, konfliktusok keletkezhetnek, ha továbbra is komolyon veszi a missziót.

Bár, mivel egy hónapja betöltötte 70. évét, sajnos már nem lehetséges, hogy egyetemi tanárként munkálkodjon az Egyetemen. Mégis örömmel tölt el bennünket, hogy számos módon is segíthet a misszióval kapcsolatos kérdések újragondolásában, a missziótudományok tanításának megerősítésében a Teológián és abban, hogy bátorítson másokat is, hogy a missziótudomány és ekkleziológia kérdéseit hangsúlyozzák.

Remélem, hogy még dolgozhatunk együtt a Károli Gáspár Református Egyetem új Közép- és Kelet-Európai Missziói Intézetében, Budapesten.

Ehhez fontos lesz, figyelemmel kísérni a missziót világszerte – amit családján belül meg is tesz, Gyöngyvér és Edgart Equadorban missziói szolgálatukkal – különösen azért, mert a Keresztény Egyház leginkább életerős része nem a nyugati kereszténységben keresendő. Sok kapcsolat létezik nyugat és kelet között, szintén nyugat és dél között, de még alig van ilyen kelet és dél között.

Végül szeretném jókívánságaimat kifejezni és Isten áldását kérni az egész családjára, különösen Sárikára, aki 46 éve a felesége, a 11 gyermekére, valamint a 28 unokájára. 6 fiá és 3 lánya itt is jelen van. Gyöngyvér és Edgar Luz sajnos nem tudtak eljönni Equadorból, a másik lányának is más elfoglaltsága volt.

Édesapját is szeretném említeni, aki a Princetoni Egyetemen doktori fokozatot szerzett az orientalisztika szakterületén. Idén a 100. születési évfordulójára emlékeznek.

Az egész családdal együtt mondhatjuk: „Soli Deo Gloria”!



Prof. Dr. Anne-Marie Kool
Károli Gáspár Református Egyetem

Budapest, Magyarország

Monday, January 15, 2007

Kool News of the Károli -- 1

Budapest 15 January, 2007

Dear Friends,

A new year has begun. Another year has passed. New perspectives are opening up in my work at the Károli University. After thirteen years, it is time to give the Signs of Life from Hungary a new look. The Moravians' text for the year from Isaiah poignantly expresses my feelings, „Do not dwell on the past. See, I am doing a new thing...”

Old and New
What is old, what has not changed, is my physical place of work. You will find me in the same office. But still I considered it important to make a new start by literally turning my desk around 180 degrees, and hanging new pictures on the walls. I assumed I could manage with my old chair, but my chair thought differently, it collapsed a week later...
What is new is being part of a larger entity, a university with four thousand students. Now it is possible to build on the support of skilled, competent and dedicated members of staff from the Rector's office, under which the new Institute for Mission Studies is located organisationally. It is literally at a stone's throw from the 'old PMTI', which continues to function as a legal entity only. The activities have been taken over by the synod office and by the university (CIMS) respectively.
It is also new to be actively involved in considering the Christian identity and mission of the Károli university, as I was asked to give the keynote lecture on the mission of the Károli at a retraite with 120 lecturers early December.

What is old and new with regard to the content of my work? In fact not much has changed! My vision for the renewal of the Churches of Central and Eastern Europe, and a strengthening of their vision in cross-cultural mission has not changed! A glimpse into the first working week of this new year!

Saturday
After giving my apartment a thorough sort out (how much better that makes you feel...), I decide to go shopping at IKEA. As a reward for the hard work, I allow myself a cappuccino, and get into conversation with an Arab doctor from Libya, who, because of her husband's studies, has been living several years with her three children in Hungary. We exchange experiences as foreigners, and discuss at length her experiences about living as a Muslim in a 'Christian' country. I am reminded of Christmas Eve with Gábor and Kati: fifteen of us (of five nationalities) squashed like sardines in a tin into their living room around the Christmas tree. The party included their daughter, who recently married a Palestinian, and a Jewish neighbour, a professor emeritus at the University of Budapest. She realised that she actually knew nothing about her own roots, but was very interested in talking more about it.

Monday
After the Christmas holiday, I try to pick up the thread again. At about eleven, I go to the Rector's office to attend the weekly devotions and to collect my mail. The meeting has been cancelled today because the Rector is absent. In the afternoon András comes by. He is going to lead a working group which is going to prepare my lectures of the last ten years for publication on the Internet. We discuss whom we will ask to join this group.
In the evening, we have our usual 'prayer triangle' with Éva and Vera. We pray especially for the preparations for my sabbatical.

Tuesday
Early in the morning, I leave for Soponya, a village with 2,400 inhabitants near Lake Balaton, to meet Serena. We discuss possibilities for her to take over my lectures in Papa for the next three months. I have not seen her for five years.
'During my studies, I learned a lot from the missiology lectures. I am thankful for the theoretical foundations which I gained.'
She tells about her experiences in three small rural villages, which used to be strongly Communist.
'There were fourteen of us in one of the Churches, six in the other and very few in the third too. We started with a prayer meeting, and I took up home visitation. For seven years, the Church was without a minister. Now, five years later, there are over sixty people. Many of them have grown from being completely unchurched into faithful co-workers. Every week, there are at least eight different meetings, for children, youth, catechism, 30+ and 60+ groups, etc. Through the children, the mothers come to the Church, and because of their changed lives, their husbands come to faith as well. We really have seen great miracles, for example in a family in which there was domestic violence, where the mother was getting increasingly into debt and in desperation wanted to take her own life. Through pastoral care, the children came to the children's club. Then first the mother came to the Church and later the father. Now they are leading the 30+ group. The family is again living in harmony. It is a matter of much prayer and pastoral care. The key is that whole families come to faith, and that it is then evident that they are living as true Christian families. Credibility in their way of life - that is what counts.
“Paradoxically, what strikes me”, Serena continues, "is that those who have attended the Church for many years are now opposed to seeing the former atheists coming to faith and joining the Church.” It is difficult for them to overcome the past.
Despite this disappointing attitude of the Church people, I go home immensely enriched. It seems that it is not impossible that the rural Churches come to life, as so many claim. The Word of God continues to transform and change people. Even today, miracles are still happening. And in seemingly hopeless situations, suddenly a ray of light can break through.
We speak about the possibilities for her to do her PhD at the Károli on the subject of rural mission so that her experience can be made fruitful to other people.
When I get home, I set to sending out invitations for the graduation ceremony where the Master’s thesis of the postgraduate students will be presented, followed by the handing out of the diplomas. I realise how urgent it is to get more administrative help when I come back after my sabbatical in June.
Initiatives have been taken by some friends of CIMS to create a CIMS friends network as one of its activities. Preliminary information is attached. Please let Mrs. Mineke Hardeman (kre.kmti@gmail.com) know when you would like to join or have ideas for its development. Would you join us in prayer for the Lord to provide in our needs?

Wednesday
László calls from the synod’s office diaconal department. “Thank you so much for the invitation to graduation ceremony. It greatly interests me”. One of the thesis is about social aid.
'How many people may I bring along? How good that you are organising a day like this!' What an encouragement.

Thursday
Good news. The contract with the university and the Károli to take over the rent of the 'old PMTI' facilities has finally been signed.
In the afternoon, a meeting with Rev. Wellmer, the pastor of the German-speaking Church in Budapest, offering his help with the correction of the dissertation by Rev. Sipos, who hopes to graduate in Utrecht on 12th June.
We have an open discussion about the Church situation in Hungary as 'initiated outsiders'. How can we cooperate more in order to strengthen the missionary awareness in the Churches?
In the evening, the weekly Bible study group. We sing a lot. I learn Ps. 121 from them. What a good start to the new year.
After getting home, I put the finishing touches to a report about the study trip with Dutch and Hungarian students to Ukraine. The meetings and conversations made deep and lasting impressions on them. Let me know when you are interested in receiving a copy.

Friday
At ten o'clock, an appointment with Niké, a member of staff for international affairs at the Károli. We discuss logistics matters regarding the graduation ceremony the coming week, and the meeting of the IAMS (International Association for Mission Studies) ExCom in two weeks time.
Next I have a conversation with Dr Ferenc Szűcs, the Rector of the university, about some matters concerning the new Institute for Mission Studies. As always, it is good to exchange ideas with him.
Later than expected, I telephone my friend Dóra! We have agreed to spend a few days out of the city, working on our research projects. For weeks I have been planning to work on the preparation of my Princeton lectures (March 5, 6). Twenty years ago, we worked together in student work. Now we are again colleagues at the Károli, where she lectures in English.

Personal note
It was very good to be in the Netherlands for a week at the end of November on the occasion for my parents' golden wedding anniversary. An unforgettable party, with unforgettable meetings.
'See, I am doing a new thing...' When I look back on this first week of the year, I see what this heralds. It is good first to recharge my batteries a bit for the coming months. I am thankful for this opportunity.

Please pray for my sabbatical (14th February - 30th May, Princeton, NJ, USA). Two weeks are available in May to visit friends and Churches! I’m looking forward meeting many of you. Just let me know what time fits you best!
Pray that the many openings for the new Institute for Mission Studies and for the necessary support. This effects the degree to which the plans can be realised.

Yours sincerely in Christ,


Anne-Marie

Anne-Marie Kool was seconded by the Reformed Mission League in the Protestant Church in the Netherlands (GZB) in 1993 to the Reformed Church in Hungary, with the assignment to establish the Protestant Institute for Mission Studies (PMTI) in Budapest. In 1998, she was appointed as a professor of missiology at the Reformed Theological Academy in Papa, and from 1 September 2006 at the Gaspar Karoli Reformed University as Professor of Missiology and director of the Central and Eastern European Institute for Mission Studies. She is also actively involved in the Reformed Church in the high-rise residential area where she lives (Gazdagret, Budapest).

If you would like to support the ministry of the Central and Eastern European Institute for Mission Studies of the Karoli Gaspar Reformed University (KRE) you may send your tax-deductible gifts to:

I.D.E.A Ministries, 4595 Broadmoor—Suite 237, Grand Rapids, MI 49512, USA.

Please indicate that this donation is for the KRE/CIMS, otherwise we will not receive your contribution. Please also add the designation of your donation.

The Karoli Gaspar Reformed University / CIMS,
Kalvin ter 9,
P.O. Box 73,
1461 Budapest, Hungary.
Tel. +36 1 455 90 60.
E-mail: amkool@kre.hu or amkool@t-online.hu.