Saturday, February 23, 2008

Contacten met kerkelijke gemeenten in Midden en Oost Europa na 20 jaar nog springlevend


Contacten met kerkelijke gemeenten in Midden en Oost Europa na 20 jaar nog springlevend

(Mineke Hardeman)

Introductie
Begin februari werd op intitiatef van Prof. Dr. Anne-Marie Kool in het kerkelijk centrum Sionspoort in Houten een themadag gehouden over gemeentecontacten met kerkelijke gemeenten in Midden en Oost Europa. Ruim 50 personen hebben een dag lang met elkaar stilgestaan bij de vragen die er leven zowel in Nederland als ook in Midden en Oost Europa over de vorm en inhoud van de contacten.
Aanleiding tot het organiseren van deze dag was dat prof. Kool met een zekere regelmaat vragen krijgt van afzonderlijke gemeenten om ondersteuning bij het onderhoud van de contacten. Tot nu toe werden deze vragenwaar mogelijk beantwoord via schriftelijk contact of ook tijdens deputatiewerk. Sinds de oprichting van het Central and Eastern European Institute for Mission Studies aan de Karoli universiteit van Boedapest en Prof. Kool’s benoeming tot hoogleraar missiologie aan deze universiteit is het mogelijk om de gemeentecontacten tot deel van onderzoek en toerusting te maken. Een eerste stap werd gezet met de bijeenkomst in Houten.
Uit de reacties vooraf en ook tijdens de dag werd duidelijk dat het thema leeft, dat het gemeentecontact in vele kerkelijke gemeenten in Nederland nog leeft maar dat zich ongeveer 20 jaar na de veranderingen in Midden en Oost Europa vele nieuwe vragen aandienen. De euforie in dit deel van Europa heeft nogal eens plaatsgemaakt voor teleurstellingen en Nederland is niet langer meer dé Christelijke natie .

Inleiding van professor Kool: missionair gemeente zijn in Oost en West
Reden waarom Prof.Kool in haar lezing tijdens de themadag het accent heeft gelegd op het missionair gemeente zijn in Oost en West en heeft uitgenodigd om na te denken over de vragen van deze tijd en als gemeenten vanuit een gelijkwaardige positie naast elkaar te staan. De vragen die zich aandienen zijn niet alleen de vragen in Hongarije of Roemenië maar ook de vragen in Nederland en geheel Europa: de overgang van een Christendom naar een postchristendom tijdperk.
De eerste jaren van de contacten waren jaren waarin het communisme hoogtij vierde en de kerk naar de rand van de samenleving was verdreven, min of meer gedoogd. Reizen naar het Oosten waren vol spanning, Bijbels mee, soms verstopt en gebracht naar geheime adressen. Het was in Nederland het werk van enkelingen. Na de val van het communisme ontstond een veelheid van contacten: het mocht en er was heel veel nood. De inhoud van het contact was veelal materieel van aard, langzamerhand kwam daar verandering in en werd gezocht naar mogelijkheden ook te komen tot een meer geestelijke invulling van het contact. Die stap is allerminst gemakkelijk. Velen vragen zich af hoe dat vorm te geven. Hoewel de val van het communisme al bijna 20 jaar achter ons ligt is het verleden allerminst vergeten en vergeven. Het is niet zondermeer hetzelfde of je in het oosten of het westen woont: openheid in contacten, democratisch leiderschap, omgaan met problemen en conflicten de schaduw van het verleden is regelmatig voelbaar en zichtbaar.
Er is geen panacee, geen standaardoplossing voor de vragen die betrokkenen bij gemeentecontacten hebben.

Er ligt wel een geweldige uitdaging: zoeken naar vormen waarin de vragen die zich aandienen gemeenschappelijke vragen worden, waarin sprake is van gelijkwaardigheid in plaats van eenzijdigheid en eenrichtingsverkeer.
· Als gemeenten je realiseren dat je deel uitmaakt van een groter geheel
· Bemoedigen van de gemeente en stimuleren getuige te zijn, waar nodig samen te werken aan toerusting
· Bespreken van de vraagstukken die zich aandienen aan beide kanten: maatschappelijke vragen , vragen die zich in de kerk aandienen
· Nagaan wat identiteit en etniciteit betekenen: de ander in het oosten veelal Roma, in het westen de moslims
· Waar nodig en mogelijk elkaar de spiegel voorhouden
Wanneer beide partijen bereid zijn om een gezamenlijke weg te gaan, elkaar er aan te herinneren deel te zijn van het wereldwijde Christendom, naast en met elkaar te staan, elkaar te bemoedigen dan biedt het alle kansen om nieuwe aspecten van Gods koninkrijk te leren kennen.

Kijken in en naar Nederland
Drs Dorottya Nagy afkomstig uit het Hongaars sprekende deel van Roemenië bereid een proefschrift voor over zending onder Chinezen in Hongarije. Zij woont sinds een aantal jaren in Nederland en was gevraagd om haar ervaringen en haar kijk op de gemeentecontacten weer te geven.
Sinds de toetreding van Hongarije en Roemenië tot de Europese Unie is de context waarbinnen zich de contacten afspelen veranderd. Er is op deze manier een saamhorigheid gecreëerd die een uitdaging vormt om de vraag naar de identiteit te beantwoorden. Vroeger ging het om : zij de armen en wij in het Westen de rijken, wij samen Christenen en zij de ongelovigen (communisten). Het gaat nu om de vraag zijn we samen Christenen voor en in Europa en wie zijn dan de ander. Wordt het dan de uitdaging om samen getuigen van God te zijn in de brede Europese context.
Door de regenboog Europa komen er kansen om realistischer met elkaar om te gaan, ook in de gemeentecontacten. Deze periode brengt de mogelijkheid met zich mee om dieper in te gaan dan de uitwisseling van materiële goederen. Het is belangrijk om in kaart te brengen wat er bij de ander leeft. Hongaren zeggen dikwijls: die Nederlanders zullen ons nooit begrijpen en Nederlanders zeggen dat ze ander heel goed begrijpen.
Communicatie is een centraal punt: er zijn meer en meer studenten die in het buitenland verblijven, meer gemeenteleden spreken Engels of Duits. Dat biedt kansen voor de gemeentecontacten. Materiële hulpverlening is nog belangrijk maar de uitdaging voor de Nederlanders is vooral ook : laat zien dat je meer bent dan een rijke broeder of zuster.

Onderzoek gemeentecontacten
Drs. Theo Pieter de Jong schreef zijn eindscriptie voor zijn theologiestudie over wederkerigheid in gemeentecontacten. In een periode van drie maanden deed hij onderzoek in Hongarije en in Nederland bij een zestal gemeenten. Zijn conclusies deelde hij in Houten met de deelnemers van de themadag:
Gemeentecontacten zijn het meer dan waard om meer aandacht te krijgen op bovenplaatselijk niveau. Het is belangrijk dat er vormen gevonden worden waarin betrokkenen bij gemeentecontacten ondersteund en waar nodig begeleid worden.
Gemeentecontacten bestaan bij gratie van wederkerigheid. Een niet wederkerig gemeentecontact zal vroeg of laat verdwijnen.
Het is belangrijk om voortdurend de doelen die men heeft voor ogen te houden en ook keuzen te maken. Het is realistischer om slechts op enkele aspecten in te zetten dan een breed scala voor ogen te hebben en te ontdekken dat het onmogelijk is alles vol te houden.

Een rijke schat aan ervaringen
De deelnemers van de dag brachten een rijke schat aan ervaringen met zich mee. Sommigen zijn al jaren in de weer om contacten te onderhouden en kennen de verhalen vanaf het begin: van het avontuur van Bijbels smokkelen naar een gezamenlijk optrekken in het Christen zijn in deze tijd. Van het opknappen van de pastorie tot een Bijbelweek met kinderen. Van een vraag om humanitaire hulpgoederen tot een cursus waarin de rol van de ouderling centraal staat.
Van incidenteel contact tot een gestructureerd contact. Van een centrale rol van de predikant tot een door een gemeente gedragen regelmatige uitwisseling.
De inleidingen op de themadag en de discussies over de inleidingen en de inbreng van de ervaringen zullen voor de komende tijd op de agenda staan van het CIMS.