Updates, resources and impressions related to my pilgrimage in mission and missiology in Croatia and Central and Eastern Europe as a sign, that God still moves in a mysterious way, His wonders to perform!
Friday, August 5, 2011
Thursday, August 4, 2011
John Stott overleden
John Stott (1921-2011) bracht eenheid
LONDEN - Een van de boegbeelden van de evangelicale beweging in de twintigste eeuw, de Britse theoloog John Stott, is woensdag op 90-jarige leeftijd overleden.
Hij was een hervormende evangelical die zich zijn leven lang inzette voor eenheid onder christenen.
John Robert Walmsley Stott was in aardig wat opzichten de stereotype Engelsman: scherpzinnig, geordend en evenwichtig, gevoel voor humor, punctueel en een beetje introvert en gereserveerd. En een tikkeltje wereldvreemd, zo bleek af en toe. In 1956 vierde Stott Kerst in het gezin van Billy Graham, de Amerikaanse evangelist die een goede vriend was van de Britse theoloog. In zijn sok met cadeautjes trof hij een pakje aan met een onbekend opschrift, zo beschreef Agnes Amelink de anekdote in Trouw eind jaren negentig. ‘Het begon veelbelovend met ‘deo’ en het vervolg deed denken aan een geschenk. Het godsgeschenk was een busje deodorant.’
traditioneel
John Stott zal niet in de eerste plaats worden herinnerd door zijn theologische opvattingen, want die waren grotendeels traditioneel. Stott maakte wel faam als (Bijbelgetrouwe) leraar en bruggenbouwer. Zowel binnen de evangelische wereld als daarbuiten zocht hij naar eenheid. Het Amerikaanse tijdschrift Time rekende hem zoveel invloed toe dat het in 2005 Stott in de top-100 invloedrijkste mensen ter wereld plaatste.
13 februari 1938. Op die zondag kwam John Stott als 16-jarige jongen tot geloof, zo zei hij zelf. Hij werd meegenomen naar een toespraak van de evangelist Eric Nash, die sprak over de vraag van Pilatus: ‘Wat moet ik dan doen met Jezus die de Christus wordt genoemd?’. Jaren later zei Stott er zelf over: ‘Voor het eerst hoorde ik dat ik iets moest doen met Jezus. Dat was nieuw voor me. Ik had tot dan toe altijd gedacht: Jezus heeft gedaan wat hij moest doen, en ik hoef me daar alleen maar bij neer te leggen. Nu kreeg ik te horen dat je hem of laf kon verwerpen, als Pilatus, óf hem persoonlijk kon aannemen en volgen.’
Diezelfde avond besloot John bij wijze van experiment ‘zijn hart te openen voor Jezus’. ‘Ik zag geen lichtflitsen, hoorde geen donderslagen, voelde geen elektrische schokken door mijn lijf. Eerlijk gezegd voelde ik helemaal niets. Ik kroop gewoon in bed en viel in slaap.’
geen spektakel
Het verhaal zegt veel over Stott. Het is aan de ene kant een klassiek evangelisch bekeringsverhaal: Stott wist zich jaren later het precieze tijdstip nog nauwkeurig te herinneren. Wel evangelisch dus, maar geen spektakel. Hij was wars van geloven puur op emotie, zonder verstand. Hij zag het menselijk verstand als geschenk van God. Waarschijnlijk speelde zijn opvoeding hierin een grote rol. Zijn vader was medicus en wetenschapper, en bewust agnost. De bekering van zijn zoon betekende een breuk tussen de twee.
Stott maakte als student in Cambridge indruk met zijn studieresultaten. Eerst als letterenstudent, daarna in de theologie. Met 29 jaar werd hij al rector van de parochie van All Souls, een anglicaanse kerk in Londen, die hij zijn hele leven trouw bleef. De kerk diende als uitvalsbasis voor veel internationale contacten. In de jaren die volgden verwierf Stott bekendheid met de talloze boeken die hij schreef en de toespraken die hij over de hele wereld hield. Daarin etaleerde hij niet zozeer nieuwe theologische opvattingen, maar verwoordde hij op een frisse en verhelderende manier wat fundamenteel is in het christelijk geloof, zodat lezers van zijn boeken en luisteraars van zijn toespraken vaak dachten: ‘Dit klopt! Zo heb ik het nog nooit bekeken’.
magnum opus
Zijn boek Het kruis van Christus zag hij als zijn magnum opus. Daarin stond Galaten 6:14, zijn favoriete Bijbeltekst, centraal: ‘Maar ik – ik wil me op niets anders laten voorstaan dan het kruis van Jezus Christus, onze Heer, waardoor de wereld voor mij is gekruisigd en ik voor de wereld’.
De Britse theoloog kon nauwkeurig formuleren en was vaak verrassend genuanceerd. Over de vraag of wonderen nog steeds gebeuren, zei hij bijvoorbeeld eens: ‘We verwerpen zowel de scepsis die wonderen ontkent als de vooringenomenheid die ze eist’. Halverwege de jaren negentig liet hij zich kritisch uit over de zogenaamde ‘Toronto’-zegen, een fenomeen waarbij mensen heftige emotionele uitingen ondergaan: het lachen of huilen, op de grond vallen of het uitstoten van dierengeluiden, worden door voorstanders beschouwd als uitingen van de Geest. Stott zei erover: ‘In de hele Bijbel wordt duidelijk dat mensen zich van dieren onderscheiden. De Bijbel stelt ons onder kritiek, als we ons als dieren gaan gedragen, en roept op tot een heldere afbakening.’
verbinding
Waar John Stott de meeste lof mee oogstte, was zijn vermogen tot het verbinden van mensen. Hij was een diplomaat op zoek naar eenheid onder christenen. Hij waarschuwde ooit tegen ‘de pathologische neiging tot versnippering’ onder evangelischen, waardoor men zich afscheidt ‘van iedereen die niet op dezelfde manier zijn veters strikt als wij’. Wat Stott betreft kunnen christenen over heel veel zaken van mening verschillen, als er maar eenheid is in het belijden van Vader, Zoon en Geest. ‘In waarheid eenheid, in twijfelgevallen vrijheid, in alle gevallen liefde’, was een van zijn uitspraken.
Zijn inzet voor eenheid kwam het beste naar voren in de jaren zestig en zeventig. Samen met zijn vriend Billy Graham had hij een grote rol in oecumenische discussies. In die periode naderde de polarisatie tussen ecumenicals en evangelicals het kookpunt. Evangelischen werd verweten eenzijdig gericht te zijn op het eeuwige zielenheil van mensen. Ze zouden te weinig oog hebben voor maatschappelijke actie.
In deze polemiek speelde John Stott een sleutelrol. Hij stond met Graham aan de wieg van de eerste Lausanneconferentie in 1974, waar 2500 christelijke leiders spraken over evangelisatie. Daar moest hij die beide groepen bij elkaar zien te brengen. Stott mocht de openingstoespraak van de conferentie houden over evangelisatie. ‘In de Bijbel staan twee instructies’, zei Stott. ‘“Heb je naaste lief” en “gaat heen en maak discipelen”. Sommigen onder ons doen alsof deze twee dingen hetzelfde zijn, zodat als we het evangelie hebben gedeeld met iemand, daarmee onze verantwoordelijkheid om van diegene te houden stopt. Maar dat is niet zo. Als we werkelijk van onze naaste houden, zullen we hem zonder twijfel het goede nieuws van Jezus vertellen. Maar ook: als we werkelijk van onze naaste houden, dan zullen we daar niet stoppen.’
breuk
In de jaren zestig was eenheid ook een kwestie in zijn eigen anglicaanse kerkgenootschap. Dr. Martin Lloyd-Jones riep in 1966 tijdens een nationale vergadering van evangelischen zijn geestverwanten op zich af te scheiden van de Anglicaanse Kerk. Stott was voorzitter van de vergadering en liet direct weten het niet met Lloyd-Jones eens te zijn. Het gevolg was dat een aantal evangelischen inderdaad de Anglicaanse Kerk verliet. Waarschijnlijk was het aantal veel groter geweest als Stott zich niet daartegen had uitgesproken.
De breuk greep hem aan, zei hij later. ‘Toch ben ik er nog altijd van overtuigd dat we onze boodschap binnen de kerk moeten uitdragen.’ Hij zou er naar eigen zeggen pas uitstappen als bepaalde duidelijke grenzen worden overschreden. Als zijn kerk zou besluiten homoseksuele relaties goed te keuren bijvoorbeeld. ‘Ik zou, denk ik, nog een paar jaar blijven om te waarschuwen, maar dan met pijn in mijn hart uit de kerk stappen.’
evangelicale paus
De joodse columnist van de New York Times, David Brooks, noemde John Stott in 2004 ‘de evangelicale paus’. Stott is volgens hem de beste, breedst geaccepteerde en meest aimabele voorman van het wereldwijde evangelicalisme. Brooks hekelde het feit dat ‘gladde tv-dominees’ als woordvoerders van het evangelicalisme worden gezien, en mensen als Stott genegeerd worden. De Britse theoloog heeft volgens Brooks enorm veel invloed gehad op talloze predikers. ‘Door de jaren heen heb ik honderden evangelicalen gesproken die precies klonken als Stott. Hoe dat klinkt? Hij heeft een vriendelijk, hoffelijk en natuurlijk stemgeluid. Hij is nederig en zelfkritisch, maar ook vol van vertrouwen, levenslustig en optimistisch.’
John Stott verbleef sinds een aantal jaren in een bejaardentehuis voor anglicaanse geestelijken in Zuid-Engeland. Daar overleed hij woensdag 27 juli 2011.
- geplaatst:
- 28-07-2011 - 12.46